vrijdag, april 11, 2003

Recht op water bestaat nog steeds niet - Consensus over aanpak groeit bij activisten

Water, weinig gaven van de natuur zijn zo fundamenteel voor het menselijk bestaan. Je zou dan ook denken dat de toegang tot het ‘blauwe goud’ stevig gebeiteld is in de internationale wetgeving. Maar dat is niet zo. Het Recht op Water bestaat eigenlijk nog steeds niet. Wel zijn er enkele aanzetten gegeven tot wat ooit een passende wetgeving zou kunnen worden. Er beweegt dan ook heel wat rond deze « problematiek van de toekomst. » Activist op zoek naar een nieuw thema? Enkelen gingen u voor.

[body] Stef Lambrecht, coördinator van de Vlaamse NGO Protos, was erbij op het Wereld Water Forum dat onlangs in Kyoto werd gehouden. Hij was daar als één van de enige Belgen en nam deel aan de NGO-delegatie. Amnesty vroeg aan hem hoe dat nu eigenlijk zit met het Recht op Water. « De commissie van Economisch-Sociaal-Culturele rechten (zie ook Dossier, pagina 14 van dit nummer) van de VN heeft op 27 november 2002 het recht op een minimum hoeveelheid water voor iedereen erkend. Ze verklaart ook dat de overheden de juridische verantwoordelijkheid hebben om dit recht vast te leggen. Helaas is de Commissie slechts een expertencomité dat niet erkend is door de VN zelf en zijn de teksten geen echt juridische basis zoals de UVRM. » Inhoudelijk zijn er ook een aantal fundamentele tekortkomingen ? « Inderdaad. Want hoe definiëren we het recht zo dat het geldt voor iedereen ? Wat zullen de uitvoeringsmechanismen zijn ? Er is ook nood aan sterkere juridische instrumenten. Overigens zien veel staten in het zuiden dit allerminst zitten omdat hen verantwoordelijkheden worden opgedrongen die ze niet kunnen betalen… »

[streamer] Een arm gezin in de krottenwijken van Port-au-Prince geeft 7 à 8 maal meer uit aan water dan in de begoede wijken.

De Commissie erkent dat water een publiek goed is. Er groeit internationaal een consensus hierover. Al heersen in de praktijk nog steeds vaak cowboy principes : toevallige eigenaars claimen het eigendom van het water dat opwelt uit hun grond. Maar de belangrijkste discussies gaan over de uitbatingsrechten van het water. Je hebt immers een installatie nodig om het water bij de mensen te brengen. « Hierover bestaat geen consensus. Volgens ons mag de uitbating gebeuren door privé-actoren maar wel onder duidelijke voorwaarden. Zo moeten de cruciale functies in verband met het beheer van het water in handen zijn van een sterke overheid. We hebben het dan over prijszetting, verdeelsleutels van het water over verschillende gebruikers, controle op operatoren en controle op kwaliteit. In dat verband moet het zelfbeschikkingsrecht van overheden gerespecteerd worden.»

Dat veronderstelt allemaal dat overheden transparant en performant werken. « Er is een grote nood aan capaciteitsopbouw. Ik was zelf de laatste zes maanden op bezoek bij een aantal landen in Noord-Afrika en het Midden-Oosten, en allen klagen ze over een gebrek aan managementstructuur bij de lokale overheden. Vaak kijken ze dan naar privébedrijven om hen daarbij te helpen.»

Alle experts hangen aan de alarmbel. Er wordt al gesproken over een regionale oorlogen met als inzet water. De Verenigde Naties schijnen alle heil te verwachten van bedrijven. Maar activisten en NGO’s allerhande geloven niet in die oplossing? « Anderhalf miljard mensen beschikken vandaag niet over toegang tot proper water. Hier is de privésector gewoon niet geïnteresseerd om te investeren omdat er geen winstmogelijkheden in zitten. In het zuiden zijn het vooral de kernsteden die wel over watertoegang beschikken. Op het platteland is de investeringskost veel hoger maar geraken de mensen meestal wel rechtstreeks aan water, al moeten ze er twee uur voor lopen en is de kwaliteit vaak van bedenkelijke kwaliteit. Problematisch zijn de volks- en krottenwijken rond de steden waar mensen vaak een enorme prijs betalen voor hun water, gewoon door de vele tussenhandelaren die allemaal langs de kassa passeren. Bijvoorbeeld geeft een arm gezin in de krottenwijken van Port-au-Prince 7 à 8 maal meer uit aan water dan in de begoede wijken. » Hoe gaat dat dan in zijn werk ? « Vaak heeft iemand een eigen boorput. Die persoon verkoopt het water aan een eigenaar van een tankwagen welke het brengt naar een reservoir bij de woonwijken. En dan is er een hele reeks aan ambulante verkopers die het water verder verkopen aan de eindgebruikers. Dit hele circuit situeert zich in de informele sector waarover geen enkel functionerend rechtsmechanisme de plak zwaait. »

Is er dan geen enkele manier om het recht op water af te dwingen ? Stef Lambrecht blijft met de voeten op de grond : « Daar zijn we de eerste tien jaar niet aan toe, vrees ik. Eerst moet er duidelijker gespecifieerd worden waarover het gaat. Wat is dat precies : toegang tot water ? Bedoelen we op minder dan twee uur lopen of moet het thuis uit een kraantje komen ? En dan zijn er de verantwoordelijkheden die moeten vastgelegd worden : wij schuiven daarvoor drie principes naar voor : ten eerste dient het beheer van het water zo dicht mogelijk bij de gebruiker te gebeuren door de lokale overheden. Ten tweede dient het beheer georganiseerd te worden binnen hydrografische eenheden zoals stroombekkens of aquafers (ondergrondse zoetwatervoorraden). Tenslotte moet het solidariteitsprincipe gedefinieerd en afdwingbaar gemaakt worden, ook internationaal. Water zelf heeft geen prijs maar wel het aanleggen en onderhouden van installaties die de toegang ertoe moeten verzekeren. »

Hoe ver staat de civiele samenleving met constructieve voorstellen ? « Een genuanceerde discussie is enorm moeilijk. In Kyoto was de kloof duidelijk tussen de vermarktingsgoeroes en het linkse kamp. Toch groeit een consensus dat we ons moeten concentreren op sturingsmechanismen en niet op al dan niet het betrekken van privé-actoren. Cruciale vraag blijft : hoe maak je de operatoren performant – dat is ook de vraag die activisten in het zuiden zich stellen. Daarmee zullen we ook op de officiële dicussieplatformen pogen te wegen.»

Geen opmerkingen: