donderdag, december 14, 1995

Leven in het land van Assad - Na 25 jaar nog steeds repressie in Syrië

(4-12-1995)
Allahu akbar, Allaaaah... De muezzin laat z'n dagelijkse religieuze boodschap neerdalen over Damascus. De moslimgemeenschap trekt in grote getale naar de Omayadd Moskee in de oude stad voor de gebedsdienst. In principe heerst hier godsdienstvrijheid.

Het is druk en de mensenstroom vibreert onder de middaghitte, tumultueus uitstijgend boven het geschifte verkeer als zowat iedereen tegelijkertijd Ath Thaura Avenue wil oversteken om de schaduw op te zoeken in de oude souqs van Damascus. Boven de ingang van de grote Souq al Hamadiyyeh, aan de ingang naar de oude stad, hangt een enorme beeltenis van president Hafez al Assad. Met een beminnelijke glimlach kijkt hij op z'n onderdanen heen. Het is met een enigzins wrang gevoel dat ik onder hem door loop. Deze alawiet afkomstig uit de bergen van het Syrische binnenland is verantwoordelijk voor 25 jaar van brutale repressie, vele duizenden mensen zijn opgepakt in opeenvolgende golven van massale aanhoudingen.
Aanhoudingen gericht tegen vermoede leden van linkse, islamitische of Arabisch nationalistische organistaties. Of eenvoudig tegen iedereen die oppositie voerde tegen het
bewind. Onder de slachtoffers zijn honderden gewetensgevangenen. Vele duizenden families werden in het ongewisse gelaten over het lot van hun dierbaren. Sommigen vrezen het ergste omdat hun familieleden 'verdwenen' na arrestatie. Weinigen durven het aan hun protest te luid te laten klinken uit schrik voor represailles.

Het valt moeilijk te geloven als je tussen het drukke leven doorwaadt terwijl uit hele clusters van volledig in het zwart gehulde vrouwen enkelen je ongewild aanstaren door nietige
openingen in hun stoffen omhulsels. Als duwers van stootkarretjes zich roepend een weg banen door het gewoel en gewiekste verkopers je vastklampen alsof hun broodwinning van
een maand er vanaf hangt. De samenleving leeft ondanks alles en verbergt haar leed voor het oog van de buitenstaander. Ik laat de verkopers voor wat ze zijn en loop achter de grote
moskee om naar het oudste café van Damascus waar de intellektuelen hun verhitte gesprekken voeren onder het uitten van geëxiteerde gebaren. Af en toe leunen ze daarbij achteruit en lurken nadenkend aan de Nargileh. Eén van hen vertelde me eens dat het geluid van de waterpijp de geest tot rust brengt en vastgeroeste gedachten samen met de rook naar buiten doet blazen. Net voor ik wil gaan zitten zie ik m'n rendez-vous van de andere kant komen.

Philipp Al Kaid verdient goed met het gidsen van franstalige groepen toeristen door het Nationale Museum. Als hij dollars voor me wil wisselen gaat ie plots heel omzichtig doen. In het midden van het straatje haalt ie de ponden uit z'n zak en stopt ze me achteloos om zich heen kijkend in mijn handen. De zwarte markt voor dollars is een belangrijke illegale markt en het spook van de Mukhabarat ligt overal op de loer. Er worden nog steeds dagelijks mensen opgepakt, om de meest banale redenen aangehouden en geruisloos verdwijnend in het onduidelijk labyrint van de veiligheidsdiensten die opereren zonder enige controle of vrees voor verantwoording. Na die kleine financiële operatie zetten we ons aan een tafeltje. We praten over vele dingen maar als onder mijn impuls het onderwerp ook maar enigzins afdrijft in de richting van de politiek beperkt ie zich tot gemeenplaatsen en halve waarheden alsof hij zich schaamt voor wat er rond hem gebeurt maar de confrontatie met het gevaar niet aandurft. "Jij hebt mooi praten, je bent een westerling met een westers paspoort!"