dinsdag, april 10, 2001

Tunesië: Nooit nog vrij spreken of samen komen

Radhia Nasraoui komt als advocate op voor de mensenrechten in Tunesië. Ze wordt regelmatig bedreigd en haar kinderen zijn ondervraagd door de autoriteiten. Recent werd ze gesignaleerd in Brussel op uitnodiging van onze Franstalige collega’s van AIBF. Wij hadden een gesprek.

Het wordt steeds moeilijker om in Tunesië op te komen voor de rechten van de mens. Iedereen die zich inzet voor de mensenrechten, individueel of als lid van een organisatie, krijgt vroeg of laat te maken met onderdrukking en intimidatie door de Tunesische autoriteiten. Radhia Nasraoui is mensenrechtenadvocate, komt op voor rechten van vrouwen en is lid van de Tunesische Orde van Advocaten. Haar echtgenoot, Hamma Hammami, een vooraanstaand persoon binnen de verboden partij PCOT, werd verschillende malen vastgehouden als gewetensgevangene. Sinds februari van dit jaar leeft hij ondergedoken. In maart 1998 werd Radhia Nasraoui aangeklaagd vanwege 'terrorisme' en 'banden met een criminele organisatie'. Dit gebeurde op een moment dat ze in Mali voor Amnesty International een proces waarnam. Bij terugkeer in Tunesië werd ze ondervraagd door de rechter van instructie en op de hoogte gesteld van de aanklachten tegen haar. Radhia Nasraoui kreeg te horen dat ze het land of de hoofdstad niet mag verlaten. Daarmee werd haar werk ernstig beperkt omdat ze buiten de stad haar cliënten moet kunnen bezoeken of processen bijwonen.

Maar ook haar kinderen werden geïntimideerd door de autoriteiten. De jongste van negen werd ondervraagd over de verblijfplaats van haar vader en was eenmaal slachtoffer van een voorgewende poging tot ontvoering. Ook is op Radhia Nasraoui druk uitgeoefend via haar cliënten, die zijn ondervraagd en geadviseerd van advocaat te veranderen.

Radhia Nasraoui begint met te zeggen dat Amnesty heel belangrijk was en is voor haar strijd. “Jullie steun geeft de moed om verder te gaan. Alhoewel de situatie voortdurend verergert. Sinds deze zomer was het discours van president Zine el-`Abidine Ben `Ali: “nooit zullen mensen nog vrij kunnen spreken of samenkomen.” Daarop begon een hele serie intimidaties door de politie. Mensen mochten niet meer samen komen want ze zouden complotten kunnen beraden tegen de staat.”

Wat gebeurt er met mensen die verdacht worden?
“Mijn broer doet hetzelfde als ik. Hij werd tot 8 jaar cel veroordeeld. Toen hij normaal voorwaardelijk in vrijheid zou gesteld worden wilden ze dat beletten en hem nog 5 jaar laten zitten. Het hele proces was erg gemediatiseerd. In de VS werd een hele actie voor hem opgezet. Maar de overheid wilde blijkbaar een voorbeeld stellen: zelfs hij mag niets meer zeggen. Buiten hem zijn er duizenden Islamisten en linkse activisten die vast zitten omwille van hun overtuiging.”

Hoe is de positie van het gerecht in dit alles?
“De justitie is niet onafhankelijk. Magistraten worden bedreigd, ze hebben angst en doen wat hen wordt opgedragen. Tijdens de vorige president, Bourguiba, hadden de magistraten zelfs wel eens gestaakt. Nu kan een rechter zijn job verliezen als ze als hij iemand niet wil veroordelen. Ze worden geterroriseerd. Meer nog: justitie wordt gebruikt als instrument om het project van de machtigen uit te voeren. Het voornaamste probleem is dat mensen worden veroordeeld op basis van lege dossiers. Zo waren er een aantal hongerstakers, drie maand hadden ze niet gegeten, het waren skeletten. De reactie van de rechter luidde dat ze “niet wilden spreken,” terwijl ze daar gewoon niet meer toe in staat waren. In zulke toestand kunnen mensen gewoon helemaal niet berecht worden. En toch is het gebeurd.”
“Ondertussen zijn er velen gevlucht naar het buitenland. Een aantal dissidenten bleef. Maar ze leven in moeilijke omstandigheden, overal is er politie. Er is geen gebouw waar de conciërge niet samen werkt met de politie. Iedereen wordt opgeroepen om met de ‘ordehandhaving’ te collaboreren. Ook kinderen worden geterroriseerd. Vooral zij wiens ouders militanten zijn, komen onder vuur te liggen.”

Neemt de pers haar kritische rol dan niet waar?
“De journalisten schrijven al helemaal niet over de mistoestanden. Hun chefs worden geterroriseerd en de kranten doen aan auto-censuur. En dat terwijl Tunesië één van de landen is die het verdrag tegen marteling geratificeerd heeft. Maar daar wordt niet over geschreven. Mijn man is dagelijks gefolterd. Bourguiba nam tenminste nog maatregelen tegen deze praktijken.”


Wat zijn uw ervaringen met Amnesty?
“Wanneer ik de eerste maal in contact kwam met AI, was ik een jonge advocate aan het begin van mijn carrière. Het was 1978, de tijd van het oproer en de onderdrukking van de vakbondsleden van de Algemene Vakbond van de Werkers van Tunesië, I ontdekte de ernst waarmee Amnesty vertegenwoordigers de dossiers behandelden waarmee ze te maken hadden. Hun zoektocht naar de waarheid en discretie. Ik was getroffen door de onafhankelijkheid naar iedereen. Terwijl ik werkte aan de dossiers van mijn cliënten, die van verscheidene achtergronden en politieke overtuigingen waren, begreep ik hoe efficiënt Amnesty’s werk is. Zo werd een cliënt die ‘verdwenen’ was voor de openbare aanklager gebracht nadat een ‘Dringende actie’ voor hem was opgezet. Een andere cliënt die was geslagen en slecht behandeld in de gevangenis kreeg een betere behandeling na een actie van AI. Wanneer een cliënt van mij door heeft dat er mensen zijn die hij niet kent, uit een ver land, die naar zijn vrijlating of gezondheid vragen… Dat speelt een grote rol in het verlichten van zijn eenzaamheid. Het biedt hoop en helpt om tijdens de vaak onmenselijke omstandigheden vol te houden.”

Hoe is het uw man vergaan?
“Hamma Hammami is altijd gewetensgevangene geweest. Sinds zijn onderduiking is hij wel eens de meest gezochte man van Tunesië genoemd. Men omsingelt hele wijken, valt onverhoeds binnen in huizen terwijl de bewoners slapen. Er staat geen maat meer op de acties van de politie. Zelfs toevallige vrienden van mijn dochter werden opgepakt voor ondervraging.
Toen mijn man in 1994 gearresteerd werd, gemarteld en veroordeeld tot gevangenisstraf, heb ik zelf aan de lijve ondervonden hoe effectief Amnesty’s acties zijn. AI en andere NGO’s (Niet Gouvernementele Organisaties) speelden een belangrijke rol in het verbeteren van de schrikbarende omstandigheden in de gevangenis en in zijn vrijlating. Maanden van isolatie, psychische en lichamelijke agressie moest hij ondergaan. Ik zal de morele ondersteuning nooit vergeten, vooral sommige telefoontjes van AI vrienden in moeilijke momenten. Ik kon er steeds zeker van zijn dat alle informatie die ik over mijn man doorgaf, naar alle hoeken van de wereld werd verspreid. Hierdoor werd het gevoel van isolement doorbroken en konden de daders onder de aandacht gebracht worden.

“Uiteindelijk werd ik zelf ook doelwit van voortdurende pesterijen. Mijn overtuiging dat AI een uiterst belangrijke de rol te spelen heeft werd eens te meer bevestigd: Mijn persoonlijke ervaringen hielpen me inzien dat de tussenkomsten van AI de autoriteiten eraan herinnerd dat het slachtoffer niet vergeten is, en dat honderden, zoniet duizenden mensen in de hele wereld bezorgd zijn over het lot van deze persoon.”

Wat zou u Amnesty nog willen aanraden?
Het is heel belangrijk dat AI geen rekening houdt met de sociale achtergrond, ideologische of politieke overtuiging van het slachtoffer. Jullie acties bewijzen dat ‘mensenrechten voor iedereen’ geen lege slogan is. De honderden postkaarten dat ik en mijn man ontvingen zijn het levende bewijs van deze solidariteit van jullie leden die op de hoogte zijn van onze situatie. Het werk van AI is echt vitaal, op dat ooit alle mensenrechtenschendingen ophouden te bestaan.

maandag, januari 29, 2001

De perversie heeft alle grenzen overschreden - Els de Temmerman over meisjes in de Afrikaanse armenlegers

De laatste twee jaar is journaliste Els de Temmerman bijna uitsluitend met de problematiek van de kindsoldaten bezig geweest. En dan vooral de meisjes. Sinds haar boek uitkwam “de meisjes van Aboke,” is alles in een stroomversnelling terecht gekomen. De journaliste was zo getroffen door de tragiek van de kindsoldaten dat ze een vzw “sponsering kinderen Oeganda” oprichtte samen met een aantal vrijwilligers om de ontsnapte slachtoffertjes terug naar school te laten gaan. Al het geld dat het boek, lezingen en andere activiteiten tot nu toe opgebracht hebben is via die vzw allemaal rechtstreeks naar de opvang van ontsnapte kindsoldaten in Oeganda gegaan. Ze bezocht het Oost-Afrikaanse land ondertussen zeven maal. Haar boek heeft ze ondertussen zelf vertaald in het Engels. Binnenkort volgt er een lezingenreeks in Canada.

Het fenomeen van de kindsoldaten is niet nieuw meer. Maar dat meisjes worden gerekruteerd, dat hadden we vóór uw boek nog niet gehoord. “inderdaad, ook voor mij was dit nieuw. Toen ik het kindsoldaten leger van Charles Taylor bezocht in Liberia was er geen sprake van meisjes. In Sierra Leone worden en werden kinderen ontvoerd door het RUF (Revolutionary United Front) maar ook daar heb ik geen weet van meisjes.”
Het “Weerstandsleger van de Heer” van Joseph Kony echter, dat op grote schaal kinderen ontvoert in Noord-Oeganda, maakt er een bewuste strategie van om meisjes op te nemen in haar rangen. Het leger van Kony is echt een kinderleger. Het bestaat voor 90% uit kinderen. 40% daarvan zijn meisjes. “De meisjes worden niet ingezet in de frontlinie. Wel moeten ze zelf vechten voor hun eten. Ze worden gedwongen om dorpen te overvallen om eten te stelen. Verder worden ze vooral gebruikt als seksslavinnen. Vanaf 12 jaar worden ze gegeven aan commandanten die zich het ijverigst hebben getoond, dat wil zeggen, de grootste vechtersbazen die het meest gemoord en gefolterd hebben.”

Er worden blijkbaar echte moordmachines van gemaakt. “Ja, de kinderen mogen geen emoties tonen. Vrienden gaan makkelijker samen spannen tegen Joseph Kony. Er zouden dissidente groepen kunnen ontstaan. Alle relaties worden dan ook verboden, als een jongen en een meisje samen worden betrapt, dan worden ze gedood.”
Van diegenen die ontsnappen zijn de meisjes het moeilijkst te rehabiliteren. Ze zijn ernstig seksueel getraumatiseerd. De meesten kunnen over hun seksuele trauma helemaal niet spreken of ontkennen zelfs dat ze gebruikt werden. Terwijl we weten dat ze allemaal werden gebruikt. Zoals in vele Afrikaanse landen heerst er een schaamtecultuur. Over zulke dingen wordt niet gesproken. De meisjes vrezen bovendien dat ze helemaal geen goede man meer zullen vinden. Psychologisch zijn ze totaal hun zelfrespect kwijt. Ze verafschuwen zichzelf zo dat ze bijvoorbeeld tien of twaalf keer per dag een douche willen nemen alsof ze het vuil er niet af krijgen.”

Hoe worden de meisjes opgevangen als ze ontsnapt zijn? “Er zijn verschillende centra’s, onder meer twee Christelijke in Gulu, die via het geloof proberen om ze psychologisch te helpen. In Gusco is er een centrum dat een meer Afrikaanse aanpak heeft. Bij hen heb ik de stappen wat gevolgd: Het eerste dat wordt gedaan is het ‘uniform’ van het weersta ndsleger verbranden en alles wat aan hen herinnerd. Vervolgens krijgen ze nieuwe kleren en kunnen ze zich grondig wassen. Na wat op adem te zijn gekomen probeert men op één of andere manier hun verhaal naar buiten te krijgen, bijvoorbeeld door ze te laten tekenen, of door theater of andere expressievormen zoals zingen, dansen, het spelen van muziekinstrumenten. Spreken gaat zeer moeilijk, zowel voor meisjes als jongens. In een derde fase wordt gepoogd af te rekenen met het verleden door symbolische daden te stellen zoals opnieuw dopen, of een traditionele duivelsuitdrijving. Er is psychiatrische begeleiding met individuele gesprekken. Maar de therapie blijft vooral toegespitst op jongens. Meisjes vertellen hun verhalen makkelijker samen met de anderen. Alles komt dan vaak aan bod behalve het seksuele trauma. Ook wanneer meisjes terug keren met een baby geven ze nog moeilijk toe dat die baby van hen is. Of zwangere meisjes.” Een punt van discussie is hier, verplicht je haar om het kind te houden als ze het niet wil? Volgens “World Vision,” een Noord-Amerikaanse organisatie die gesteund wordt door de republikeinen, mag abortus niet. In de centra die zij steunen wordt het dus geweigerd het meisje ter wille te zijn. “Ik heb zelf een meisje gesproken dat haar kind niet wilde. Toen het later geboren werd kwam ze het op het centrum afgeven en zei: breng het maar naar zijn vader.”
Een ander probleem zijn de vele geslachtsziekten waar de meisjes mee terug keren. Haast allemaal zijn ze geïnfecteerd. Aids verspreid zich razendsnel

Wat zit erachter? Er moet nog een reden zijn voor de meisjes? “De aangroei van binnenuit. Er zouden nu al zo’n 500 kinderen geboren zijn binnen het leger. Die baby’s groeien op onder onvoorstelbare omstandigheden. Vanaf drie jaar moeten ze een geweer dragen. En vanaf 5 jaar worden ze ingezet in de strijd. Het worden Kony’s beste volgelingen en echte moordmachines. Meisjes worden systematisch geslagen, kinderen worden gedood. Ik heb een getuigenis gelezen in een Amnesty rapport waarin verteld werd hoe enkele kinderen met handgeklap gewekt werden. Vervolgens moesten ze op de grond gaan liggen in een cirkel van kaarsen, de omstaande kinderen moesten hen dan doden met messen.
Ondertussen zijn op dat soort berichten internationaal zoveel reacties gekomen dat het nu meer in het verborgene gebeurd. Iedereen maakt zich ernstig zorgen, nu al zijn er Afrika-specialisten die kindsoldaten een groter gevaar noemen dan aids.
Overigens is de leeftijd van de ontvoerde meisjes (kinderen?) steeds jonger. Toen ik pas begon aan mijn boek was die leeftijd 7 jaar. Tegen het einde was dat 5 jaar jong en nu worden zelfs 2-jarigen al meegenomen. Het blijkt trouwens dat er in Soedan zelf ook meer en meer meisjes worden gekidnapt… voor de slavenhandel die terug opgekomen is. In de burgeroorlog tussen noord en zuid bombardeert het leger dorpen plat en haalt de vrouwen er weg om ze te verkopen aan Arabisch-Soedanese families als huisslaven. In 1988 al kwamen er Arabieren kinderen ‘kopen voor één jaar’ van arme families in het zuiden. Ze betaalden de ouders ongeveer 10 dollar voor het kind.

Wat zijn volgens Els De Temmerman de oorzaken van deze ontwikkelingen. Waarom de kinderen? “Het westen draagt hier een zware verantwoordelijkheid. Een eerste grote reden is de enorme verspreiding van lichte wapens. Die zijn makkelijk te dragen en licht aan onderhoud. Er zouden nu al machinegeweren op de markt zijn met speciaal aangepaste handvaten voor kinderen. Een tweede belangrijke reden is een wereldwijd verlies aan waarden.” Getuige daarvan de seksindustrie. “Inderdaad. Een tijdje geleden werd in Italië nog een database gevonden in Italië. Geïnteresseerden konden ‘live’ kinderen zien vermoorden na het betalen van 800.000 frank. Kinderen worden een commercieel product.
En ten derde, heel belangrijk voor de armenlegers van het zuiden: kinderen zijn de beste en goedkoopste soldaten. Ze hebben geen schrik, hebben geen benul van de dood, hen wordt wijsgemaakt dat ze, door zichzelf in te smeren met olie (bij Kony), onkwetsbaar worden voor kogels. Vijf-jarige kinderen lopen zo gewoon op kogelregens toe. Ze zijn manipuleerbaar en gehoorzaam, hoeven geen salaris en verbruiken minder voedsel. De perversie heeft alle grenzen overschreden.”