donderdag, juni 13, 1996

Geen witloof in Bolivië

(13-06-1996)
Sinds enige tijd leek het beter te gaan met de mensenrechten in Bolivia. Maar 1995 was geen goed jaar. Vooral boeren en vakbondsleden kregen het erg te verduren. Amnesty’s redactrice Jelle Van Riet is pas terug van een jaar verblijf ter plaatse met haar Boliviaanse man, Marco. Ze getuigen beide over een land van optimisme en pessimisme tegelijk.

"Ik heb het westen heel zelden gemist. Soms tijdens moeilijke reizen in het binnenland het ontbreken van het essentiële comfort dat wij hebben. Voor de rest miste ik het zelden of
nooit." Enige probleem: "er is geen witloof in Bolivia", lacht ze." Maar naar de markt gaan is een waar festijn, fantastisch wat je er allemaal vindt. Met de Indiaanse vrouwen onderhandelen is een sport, het is heel leuk. De supermarkt bij ons gaat dan heel banaal en vervelend lijken."

Hoe was het, als westerse die nauwe relaties heeft met een mensenrechtenorganisatie om daar te wonen? "In Bolivia kennen ze AI niet omdat er geen sectie is. Het begrip mensenrechten kennen ze wel. Maar als ik over AI sprak dan dachten ze gewoon van, ja, een mensenrechtenorganisatie, dat moet dan wel gevaarlijk zijn. Ik was dan wel snel een heldin. Dat ik dat op mij wou nemen vonden ze heel heroïsch. Maar wat me het meeste raakte dat was de enorme armoede op straat. Santa Cruz, de stad van de snobs, veel narcotraficanten met dure Jeeps en kasten van huizen, daar is het verschil schrijnend. De tegenstellingen zijn constant met elkaar verweven."

Heb je iets gemerkt van de staat van beleg?
"Enkel de avondklok. Om 12 uur moet iedereen plots naar huis, trouwfeest of niet. Een beperking op onze vrijheid waar we soms een heel boos gevoel over hadden. Het is iets dat niet tot een democratie behoort, het doet denken aan een militaire dictatuur. Marco heeft vroeger ettelijke staten van beleg meegemaakt, en nu de democratie er eindelijk is, zou je toch
denken dat al die zaken tot het verleden moeten behoren. Maar er zijn vele sociale problemen. Dus zijn er voortdurend stakingen. De overheid reageerde met een oud middel, het
ingorden van de persoonlijke vrijheden."

Marco, denk je dat de dingen verbeteren in Bolivia, vooral sinds de nieuwe president?
"Er zijn heel veel mensen niet gelukkig met de situatie. Hier is een grote middenklasse die een redelijke levensstandaard heeft. In Bolivia is de meerderheid heel arm. Of er wat veranderd? Nee. Er is wat meer ontwikkeling, wat meer geld.. Maar essentieel is er niets veranderd. De regering is niet te vertrouwen, ze handelt nog altijd meer in het voordeel van de rijken. Het is de globale economie die heerst en die houd geen rekening met de lokale noden van regio's in de wereld. De uitverkoop van de natuurlijke rijkdommen van het land is een goed voorbeeld van het korte termijn gewin dat heerst."

woensdag, februari 21, 1996

Ze behandelen ons hier als mensen

(21/02/1996)
Restaurant Tropicos is een klein stukje Brazil in Antwerpen. En vanavond leeft het. Een delegatie straatkinderen uit de braziliaanse favella's is even in ons land. Nanko van Duren, nederlander en één van de directeuren van het IBISS, getuigt.

Ze zijn de 'onaanraakbaren' van de braziliaanse maatschappij. Op straat is hun leven letterlijk niets waard. In Sao Paulo worden 4 kinderen per dag vermoord. Ons project is een aanvulling op het straatwerk. Eerst proberen we ze weg te halen van de straat en een relatieve bescherming te bieden in ons centrum. Als belangrijk item gebruiken we voetbal om structuren in hun leven te brengen, voor vele jongeren is het een middel dat aanslaat. Het laat ons toe een educatie op te zetten die aansluit op de dingen waar ze mee bezig zijn, het voetbaljargon opent wegen naar alfabetisering. Via de binding die ontstaat kunnen we ze eveneens sexuele voorlichting geven (met het oog op aidspreventie), we hebben een preventieve gezondheidschool, degelijke maaltijden zijn ook belangrijk. We voorzien huisvesting in kleine appartementen voor telkens 5 jongeren, een structuur die ze steun geeft van elkaar. Iedere avond wordt ons project overspoeld met vragen om kinderen op te zoeken op het politiebureau om mee te gaan naar de rechtbank, om te proberen identiteitspapieren te regelen enz. Slechts een klein gedeelte heeft te maken met criminele zaken van de kinderen zelf, meestal gaat het om geweld tegen de kinderen (van mishandeling tot moord). Met de nieuwe jeugdwet in de hand lukt het ons om straatkinderen uit handen van de politie te houden. Maar met alleen maar een juridische overwinning ben je er natuurlijk niet. We moeten samen met de straatwerkers ook alternatieven voor de kinderen zien te vinden, opdat ze niet weer in de handen van de politie/justitie vallen. Wanneer een kind in Brazilië geen geboortebewijs bezit 'bestaat' het gewoon niet voor de wet. Als een kind dat officieel niet bestaat wordt vermoord is er dus voor de wet geen moord gepleegd. Verder betekent dit dat het geen recht heeft een school te bezoeken, geen recht heeft op gezondheidszorg enz. Met andere woorden, dat het kind alle fundamentele mensenrechten ontzegd worden. Baby's die op straat geboren worden kunnen zelfs niet aangegeven worden omdat de moeder niet bestaat. De baby's kunnen zonder meer afgenomen worden. Allemaal redenen waarom we veel aandacht besteden aan het meest fundamentele recht: het recht om te bestaan.