vrijdag, juli 09, 1999

Vlaamse Amnesty-missie terug uit Albanië - Antwerpse getuigt over huiveringwekkende gruweldaden

Onlangs keerden twee Vlamingen terug uit Albanië. Ze waren op onderzoeksmissie voor de mensenrechtenorganisatie Amnesty International. Karen De Dycker en Bart D'Hooghe zijn beiden deskundigen in het registreren van getuigenissen inzake mensenrechtenschendingen. Hun onderzoek kaderde in een rapport dat in de maak is over verkrachtingen en seksuele misbruiken. Onderweg stuitten Karen en Bart op huiveringwekkende getuigenissen.
Ze verhalen ook van een Belgische legercommandant die weigert 1500 vluchtelingen
mee te nemen op een 18-uur durende rit omdat het UNHCP, (VN Hoog Commissariaat
voor Vluchtelingen) geen water of voedsel wil leveren. De meeste van die vluchtelingen hebben op dat ogenblik al lang niet meer gegeten en zijn de uitputting nabij. Een klein staaltje uit een lange reeks die de schrijnende incompetentie illustreert van de grootste bureaucratie ter wereld.


Bij het luisteren naar verhalen in de kampen stootte Karen op een aantal vrouwen die zware vernederingen hadden moeten ondergaan. Het gebeurde in een klein dorpje. Het Joegoslavische leger viel er binnen en scheidde mannen en vrouwen van elkaar. De mannen werden weggevoerd naar een onbekende bestemming. Hun familie heeft ze tot vandaag niet teruggezien. De zowat 200 vrouwen werden ondergebracht in drie huizen waar ze overdag moesten kuisen en koken. Een tiental vrouwen werd 's avonds naar het huis gebracht waar de plaatselijke korpscommandant zijn hoofdkwartier hield. Drie machten na elkaar werden die vrouwen herhaaldelijk verkracht door de commandant en vijf van zijn soldaten. Daarna werden ze allen weggestuurd. De weinige bezittingen die ze nog hadden, werden hen eerst of genomen. Alle mogelijke vormen van identificatie, juwelen en geld zijn ze kwijt. "Het enorme taboe dat hangt rond verkrachting maakte het er niet makkelijker op om hen dit verhaal te laten vertellen," zegt Karen. De sociale controle voor vrouwen is enorm, en verkrachting is in de heersende moslimcultuur een stigma. De vrouwen zijn doodsbang dot hun mannen zouden vernemen wat er met hen gebeurd is. Dat zou betekenen dot hun eer geweld is aangedaan en ze hun vrouw dan moeten verstoten. Vandaar: geen namen noch locaties. Hun mannen zouden ergens het nieuws kunnen lezen in de kranten.
Belangrijke vraag is of dit nu een geïsoleerd incident is. Op dit ogenblik is ze
onbeantwoordbaar. Verder onderzoek zou dit moeten uitwijzen, aldus Bart. Wel is het van belang de getuigenissen snel te noteren, anders is er gevaar voor beïnvloeding.

Dorp wordt massagraf

In de nacht van 13 op 14 mei was het dorp Korissa, op 7 km van Priznen, het toneel voor een tragedie. In twee offensieven viel de het Joegoslavische leger binnen. De eerste en laatste huizenrijen werden in brand gestoken. De middenste werd het hoofdkwartier van de militairen. De bewoners werden de bergen ingejaagd. Wanneer ze 's nachts terug komen om voedsel te halen, vinden ze de lijken van toen oudere dorpsbewoners. Maar wat ze de dag daarna zien tart alle verbeelding. In de onmiddellijke omgeving van het dorp wordt met een kraan een grote put gegraven. De eerste put dient als massagraf voor de tien ouderlingen. Ze worden toegedekt met afval dat wordt aangevoerd met tractors. In de zes daaropvolgende dagen komen vrachtauto’s vol 1ijken af en aan rijden. Nieuwe putten worden ermee gedempt. Een toeschouwer heeft een sterke verrekijker bij zich. Vanaf nabijgelegen heuvels zien ze hoe een grijper de lijken vanuit de camion in de put deponeert. Dat schokt hen nog het meest. Een andere bewoner filmt het geheel met een amateur videocamera. De band zit nu ergens begraven in de grand, uit schrik voor problemen aan de grens. Volgens de getuigen werden er zo 200 à 300 lijken per dag gedumpt. Waar ze vandaan kwamen, wisten ze niet.
Een kleine groep die 's nachts verrast werd bij de zoektocht naar voedsel, werd
gemarteld en vermoord. Wanneer veertien dagen later de moskee van het dorp werd
opgeblazen en daarmee het hart uit de gemeenschap gerukt, had het geen zin nog te blijven. In groepen van tachtig slopen ze weg, in de beschutting zoekend in de bergen.

Dodelijk oponthoud

Een andere tragedie speelde zich of in het dorpje Studime, waar een groep vluchtelingen passeerde onderweg naar de grens. De groep van 30 tractoren werd
omsingeld en de jonge mannen werden eraf gehaald. Een aantal van hen werd voor de ogen van hun familie neergeschoten. Ze moesten al hun geld afgeven. 600 mark, 1.000 mark. Wie geen geld had werd neergeknald. Een meisje van 12 zag hoe haar vader met de loop tegen het hoofd neerschieten en verder aan flarden geschoten. Daarna werden de doodsbenauwde overblijvers bijeen gedreven en langs een grote omweg naar Albanië gestuurd.
Toen de groep aankwam in Kukés, werden ze zo slecht opgevangen da ze onmiddellijk weer vertrokken. Toen Bart en Karen hen ontmoetten, vormden ze nog
slechts een zielig hoopje ellende bijeengetroept onder wat plastic zeilen. Ze hadden reeds 36 uur niet meer gegeten.

Incompetentie

Over de opvang van de vluchtelingen zijn beide 'veldonderzoekers' niet te spreken. “Wanneer de nieuw aangekomen vluchtelingen arriveren in Kukés, blijft de ontvangst beperkt tot een blaadje papier met daarop een lijstje van de kampen. Verder moeten ze het zelf maar uitzoeken. Er werd niet verteld dat ze er maar tijdelijk een onderkomen zouden krijgen. Mensen die zich een thuis weg van thuis hadden gemaakt in de tentenkampen, kregen plots te horen dat ze naar het zuiden moesten. De kampen werden gesloten omdat ze te dicht bij de grens lagen. Ondertussen hadden de bewoners zich georganiseerd, schooltjes opgericht. Voor hen was het belangrijk om dicht bij hun dorpen te blijven. Terwijl de goed verdienende UNHCR mensen haast niets uitvoeren, struikel je over de vele vrijwilligers van NGO’s, die goed werk leveren.
Om iets gedaan te krijgen bij het UNHCR, moesten ze voortdurend dreigen met persconferenties. Voor het Internationale AI-secreteriaat in Londen begint het werk nu pas echt. Al de verhalen moeten nu grondig worden nagegaan en geanalyseerd. Nog missies zullen volgen. Momenteel spreekt Amnesty van ‘incidentele verkrachtingen’. Of het geweld op de burgers systematisch is, dat zou het onderzoek moeten uitwijzen. Voor Karen en Bart zijn de verhalen in ieder geval echt.

1 opmerking:

Anoniem zei

Zonder toestemming van de Verenigde Naties werd een luchtoorlog ontketend onder het mom van "humanitaire interventie". De Amerikaanse minister van Defensie Cohen beweerde dat er in Kosovo waarschijnlijk 100 duizend doden waren gevallen. Nu is algemeen geweten dat de Servische massale wreedheden een fictie zijn. Alles samen werden 2108 slachtoffers [Albanezen en Serviërs] geteld en leden van andere minderheden zoals de Roma, die door het UCK werden vermoord. De massale vlucht van Albanezen uit Kosovo was voor een deel ook het werk van het UCK met de bedoeling internationale sympathie voor de Albanese zaak op te wekken.Deze keer speelden Albanezen de rol van slachtoffers, en dat hebben ze in hun public relations naar de grootmachten goed verkocht.Noam Chomsky heeft er op gewezen dat het opvoeren van Servisch geweld na het begin van de NAVO-luchtaanvallen volgens toenmalig NAVO-bevelhebber Wesley Clark “helemaal voorspelbaar” was. De NAVO wíst dus dat haar acties de ramp voor de de burgerbeviolking van Kosovo wel eens zouden kunnen verergeren.Dat er geen sprake was van etnische zuiveringen in 1998 en begin 1999 en dat Milosevic helemaal niet de moordzuchtige dictator was waarvoor hij werd