Nationale feestdagen in China zijn een feest voor schoolkinderen. In plaats van een saai dagje vrij krijgen ze een wel heel speciale schooluitstap aangeboden. Het zijn gastjes tussen zes en zeventien jaar jong. Met honderden tegelijk worden ze naar een plek gevoerd waar reeds duizenden mensen staan te wachten. Ze luisteren naar de voorgelezen beschuldigingen van gevangenen. De aantijgingen zijn moord, overval en ontvoeringen. Ter plaatse, in het openbaar, worden zes gevangenen veroordeeld, naar een executieplaats gebracht en omgebracht met de kogel.
Dat alles, nog steeds voor de ogen van de kinderen en de talloze andere toeschouwers. Dit gebeurde tijdens een herfstfestival eind september in de provincie Hunan. Ruim duizend mensen werden tussen oktober en december omgebracht door de overheid.
Enkele maanden ervoor nam een redacteur van Amnesty Nieuws een interview af in Peking. Zijn gesprekspartner was de directeur van een Europese ngo die al jaren de politieke ontwikkelingen volgt in het land. Maar we mochten het artikel niet publiceren, de contactpersoon in kwestie kwam terug op zijn openhartige toon tijdens het interview. Er stond teveel gevoelige informatie in de tekst. Ging het dan over staatsgeheimen? Neen, het ging om een algemene analyse van de toestand sinds de gebeurtenissen op het plein van de Hemelse Vrede, 10 jaar geleden. Onze redacteur krijgt de raad om voorzichtig om te springen met internet want de Chinese overheid heeft de controle opgevoerd. Zelfs sms’jes worden naar verluidt nu onderschept en op ‘gevaarlijke woorden’ nagekeken.
Eind september kwam ook een delegatie terug van Darfur. We worden
allemaal al meer dan een jaar rond onze oren geslagen met de ellendige omstandigheden van de vluchtelingen, met al die bijna dode levens.
Onze topvrouw, Irene Khan, heeft het over de ontiegelijke traagheid waarmee de crises wordt aangepakt.
Kinderen in China of kinderen in Darfur. Ze geven er geen zak om, de Westerse mogendheden. En voor die Afrikaantjes nog minder, de Chinese, dat zijn nog goedkope arbeidskrachten. It’s the economy, stupid.
vrijdag, oktober 15, 2004
woensdag, oktober 13, 2004
Beiaardiers hangen mensenrechten aan de grote klok
Mensenrechtendag, 10 december 2003, precies half zeven ‘s avonds. Een uniek moment in de vaderlandse geschiedenis. Talloze mensen in de Vlaamse binnensteden keerden hun hoofd naar de hemel en luisterden hoe oude beiaards vanuit hoge klokkentorens ‘Imagine’ zongen. Over heel Vlaanderen speelden 25 beiaardiers het beroemde lied speciaal voor Amnesty. De reacties waren zo enthousiast dat ze het dit jaar nog eens over doen. Dringend tijd voor een babbel met Carl Van Eyndhoven, voorzitter van de Vlaamse beiaardvereniging.
[Body]: Als een arendsnest hoog in de bergen, zo ?hangt de ‘stuurhut’?? van de beiaardier op zo’n slordige 90 meter boven de Antwerpse Groenplaats. Opgehangen tussen gotische spijlen die samen de spitse pinakel van de kathedraaltoren schragen. De houten cabine hangt tussen een woud van klokken, die ondanks de stevige wind op deze hoogte roerloos hangen.
Na een klim van 400 verweerde trappen komen we enigszins buiten adem op het platform in de toren vanwaar een houten ladder naar de cabine leidt. Het kleine interieur wordt haast volledig ingenomen door het stokkenklavier. Aan de muur oude foto’s van de grote voorgangers. We zetten ons op het bankje voor het klavier.
Carl Van Eyndhoven is organist en muziekpedagoog maar zijn absolute passie is de beiaard, daarom ging hij nog 5 jaar bij studeren in de beiaardschool van het Nederlandse Amersfoort. Naast een fulltime betrekking als docent aan het Leuvense Lemmensinstituut waar hij les geeft in… beiaardspel is hij nu als vast beiaardier verbonden aan de stad Mol. En bovendien is hij voorzitter van de Vlaamse beiaardvereniging. Dat is wel heel veel beiaard voor één man.
“Ja, ik ben er echt wel aan verknocht,” lacht Carl Van Eyndhoven. “Klokken hebben een grote symbolische functie. Ze zitten als het ware in ons collectief geheugen ingebeiteld. Mensen moeten ook luisteren als je speelt, het is moeilijk om je ervoor af te sluiten. Bovendien kunnen ze een bepaalde boodschap verklanken.”
Zoals de boodschap dat mensenrechten belangrijk zijn? “Natuurlijk. De vraag tot samenwerking kwam er op suggestie van Luc Rombauts, beiaardier van de Leuvense universiteitsbibliotheek. Het idee kwam van jullie directeur (Jan Brokatus, nvdr.) die Luc erover aansprak in Leuven. We hebben er goed over nagedacht in het bestuur. Want morgen kunnen anderen aan onze deur kloppen en wat doen we dan? Maar Amnesty vinden wij belangrijk. De waarden waar Amnesty voor staat, daar kan je niet tegen zijn, ze zijn universeel.
We zouden bijvoorbeeld nooit hetzelfde doen voor een politieke partij.”
Het viel op hoe de beiaardiers er vorig jaar voor gingen. Was het zo eenvoudig hen te overtuigen om mee te doen? “Beiaardiers werken in een kleine wereld. Iedereen kent iedereen en er is veel solidariteit onder elkaar. Toen we met het bestuur de oproep lanceerden waren de reacties heel positief. De actie kostte ons ook weinig moeite. De beiaardiers moesten gewoon op 10 december om 18u30 één nummer spelen, we bezorgden aan iedereen die mee deed op voorhand het arrangement voor Imagine. En de reacties van het publiek waren onverdeeld enthousiast. We hebben met de Vlaamse beiaardvereniging altijd geprobeerd de beiaard positief in het nieuws te brengen. Met beperkt succes. Door de samenwerking met Amnesty was de belangstelling overdonderend. We kwamen op Klara, Radio 1, verschillende kranten, zelfs Studio Brussel kwam opnemen. Het sprak behoorlijk tot de verbeelding.. En dat hebben wij alvast nog nooit meegemaakt. Nu hopen we er een traditie van te maken op 10 december.”
Wat staat er dit jaar op het programma? “Dit jaar is het thema van de Mensenrechtendag het artikel 4 van de UVRM, nl. het verbod op slavenarbeid. En dus spelen we het overbekende slavenkoor uit de opera Nabuko van Verdi.”
In Lier spelen jullie een heuse marathon, van 10 uur ’s ochtends tot 10 uur ’s avonds. Waarom precies Lier?
“De beiaard van Lier is pas volledig gerestaureerd, pas in september werd hij opgeleverd. Het stadsbestuur van Lier zag het ook onmiddellijk zitten, toen we de vraag stelden; 10 december is meteen het moment om er een feest van te maken. Voor de gelegenheid zakken een tiental beiaardiers af naar de stad aan de Nete, ze zullen elkaar om het uur aflossen aan het klavier. In de vooravond haasten elk van hen zich terug naar hun eigen beiaard want om half zeven moeten overal de eerste noten van het slavenkoor weerklinken, van Limburg tot aan de kust.”
Kan je eigenlijk alles spelen op zo’n beiaard? “Eigenlijk wel. Alleen bestaat er vaak geen aangepast arrangement. Maar dat kan geschreven worden; ik heb al Metallica en Bon Jovi gespeeld in Mol. Op de dag na zijn dood speelde ik Frank Sinatra en beneden aan de toren stond een fan mij op te wachten met tranen in zijn ogen en een fles wijn.
Vorig jaar waren er zelfs te weinig beschikbaar en moest ik enkele van mijn studenten inschakelen.
Toen ik vorig jaar Imagine speelde, liepen de rillingen over mijn rug. EN wat me persoonlijk opviel aan deze hele organisatie is de wonderlijke wijze waarop deze samenwerking tot stand kwam.
Dit jaar zullen lokale Amnesty-groepen volop kunnen participeren. Voor mij
Laatste vraag: is het niet vreselijk koud om hier in de winter te spelen?
Carl Van Eyndhoven: “ dat valt heel goed mee, het is een afgesloten cabine,
met verwarming. Spelen in de winter heeft trouwens veel charme, wanneer beneden de ‘gluhwein’ staat te borrelen. Een idee alvast voor de lokale Amnesty-groepen…
[Body]: Als een arendsnest hoog in de bergen, zo ?hangt de ‘stuurhut’?? van de beiaardier op zo’n slordige 90 meter boven de Antwerpse Groenplaats. Opgehangen tussen gotische spijlen die samen de spitse pinakel van de kathedraaltoren schragen. De houten cabine hangt tussen een woud van klokken, die ondanks de stevige wind op deze hoogte roerloos hangen.
Na een klim van 400 verweerde trappen komen we enigszins buiten adem op het platform in de toren vanwaar een houten ladder naar de cabine leidt. Het kleine interieur wordt haast volledig ingenomen door het stokkenklavier. Aan de muur oude foto’s van de grote voorgangers. We zetten ons op het bankje voor het klavier.
Carl Van Eyndhoven is organist en muziekpedagoog maar zijn absolute passie is de beiaard, daarom ging hij nog 5 jaar bij studeren in de beiaardschool van het Nederlandse Amersfoort. Naast een fulltime betrekking als docent aan het Leuvense Lemmensinstituut waar hij les geeft in… beiaardspel is hij nu als vast beiaardier verbonden aan de stad Mol. En bovendien is hij voorzitter van de Vlaamse beiaardvereniging. Dat is wel heel veel beiaard voor één man.
“Ja, ik ben er echt wel aan verknocht,” lacht Carl Van Eyndhoven. “Klokken hebben een grote symbolische functie. Ze zitten als het ware in ons collectief geheugen ingebeiteld. Mensen moeten ook luisteren als je speelt, het is moeilijk om je ervoor af te sluiten. Bovendien kunnen ze een bepaalde boodschap verklanken.”
Zoals de boodschap dat mensenrechten belangrijk zijn? “Natuurlijk. De vraag tot samenwerking kwam er op suggestie van Luc Rombauts, beiaardier van de Leuvense universiteitsbibliotheek. Het idee kwam van jullie directeur (Jan Brokatus, nvdr.) die Luc erover aansprak in Leuven. We hebben er goed over nagedacht in het bestuur. Want morgen kunnen anderen aan onze deur kloppen en wat doen we dan? Maar Amnesty vinden wij belangrijk. De waarden waar Amnesty voor staat, daar kan je niet tegen zijn, ze zijn universeel.
We zouden bijvoorbeeld nooit hetzelfde doen voor een politieke partij.”
Het viel op hoe de beiaardiers er vorig jaar voor gingen. Was het zo eenvoudig hen te overtuigen om mee te doen? “Beiaardiers werken in een kleine wereld. Iedereen kent iedereen en er is veel solidariteit onder elkaar. Toen we met het bestuur de oproep lanceerden waren de reacties heel positief. De actie kostte ons ook weinig moeite. De beiaardiers moesten gewoon op 10 december om 18u30 één nummer spelen, we bezorgden aan iedereen die mee deed op voorhand het arrangement voor Imagine. En de reacties van het publiek waren onverdeeld enthousiast. We hebben met de Vlaamse beiaardvereniging altijd geprobeerd de beiaard positief in het nieuws te brengen. Met beperkt succes. Door de samenwerking met Amnesty was de belangstelling overdonderend. We kwamen op Klara, Radio 1, verschillende kranten, zelfs Studio Brussel kwam opnemen. Het sprak behoorlijk tot de verbeelding.. En dat hebben wij alvast nog nooit meegemaakt. Nu hopen we er een traditie van te maken op 10 december.”
Wat staat er dit jaar op het programma? “Dit jaar is het thema van de Mensenrechtendag het artikel 4 van de UVRM, nl. het verbod op slavenarbeid. En dus spelen we het overbekende slavenkoor uit de opera Nabuko van Verdi.”
In Lier spelen jullie een heuse marathon, van 10 uur ’s ochtends tot 10 uur ’s avonds. Waarom precies Lier?
“De beiaard van Lier is pas volledig gerestaureerd, pas in september werd hij opgeleverd. Het stadsbestuur van Lier zag het ook onmiddellijk zitten, toen we de vraag stelden; 10 december is meteen het moment om er een feest van te maken. Voor de gelegenheid zakken een tiental beiaardiers af naar de stad aan de Nete, ze zullen elkaar om het uur aflossen aan het klavier. In de vooravond haasten elk van hen zich terug naar hun eigen beiaard want om half zeven moeten overal de eerste noten van het slavenkoor weerklinken, van Limburg tot aan de kust.”
Kan je eigenlijk alles spelen op zo’n beiaard? “Eigenlijk wel. Alleen bestaat er vaak geen aangepast arrangement. Maar dat kan geschreven worden; ik heb al Metallica en Bon Jovi gespeeld in Mol. Op de dag na zijn dood speelde ik Frank Sinatra en beneden aan de toren stond een fan mij op te wachten met tranen in zijn ogen en een fles wijn.
Vorig jaar waren er zelfs te weinig beschikbaar en moest ik enkele van mijn studenten inschakelen.
Toen ik vorig jaar Imagine speelde, liepen de rillingen over mijn rug. EN wat me persoonlijk opviel aan deze hele organisatie is de wonderlijke wijze waarop deze samenwerking tot stand kwam.
Dit jaar zullen lokale Amnesty-groepen volop kunnen participeren. Voor mij
Laatste vraag: is het niet vreselijk koud om hier in de winter te spelen?
Carl Van Eyndhoven: “ dat valt heel goed mee, het is een afgesloten cabine,
met verwarming. Spelen in de winter heeft trouwens veel charme, wanneer beneden de ‘gluhwein’ staat te borrelen. Een idee alvast voor de lokale Amnesty-groepen…
woensdag, mei 12, 2004
[Column] Schuld
Moederschap. Het weegt. Er rust een de-facto eindverantwoordelijkheid op je voor de kinderen. Je schuldgevoel is steevast groter. Wanneer je even geen tijd hebt voor hen, wanneer ze naar de crèche gaan, wanneer je je werkstress mee naar huis neemt… Ik moet denken aan een film uit de vroege jaren zeventig waarin een man een weddingschap aangaat met zijn thuiswerkende vrouw en vervolgens het huishouden overneemt voor een jaar. De man verliest zijn weddingschap en zet zijn vrouw in de bloemetjes. Moraal van het verhaal: een huishouden met 3 kinderen runnen en elke avond op tijd een warm bord op de tafel, het is een dagtaak op zich, en één die minstens evenveel kunde en organisatietalent vereist als de bureaujob van manlief. Mooi zo, maar dat was de vroege jaren ’70, en slechts één ouder ging werken. En vooral, ik zie ze nog bevestigend knikken na die film, die lieve moeders van toen. Maar intussen vergaten ze wel hun jongetjes anders op te voeden.
Ach, die jongetjes van toen, vrije vogels, levend in boomhutten en luchtkastelen, zonder zorgen of verantwoordelijkheden, aangepast aan een leven als voetzoeker in de steppe. Soms waren het gekwetste vogeltjes, maar ook dan klapperden ze dapper hun vleugeltjes in de wind, om snel weer het gevaar uit hun ingebeelde verhalen te trotseren.
Dertig jaar later worden moeders van nu dagelijks afgeblaft, van de weg gereden, gediscrimineerd op de werkvloer omwille van hun vermogen nageslacht op de wereld te zetten. Of nog erger: ze worden mishandeld en verkracht, onder druk gezet om nog meer te presteren. Verplicht om hun gevoelens te verbijten. En dan gaat het voor één keer niet over gebieden vol oorlog en armoede. Het gaat over ons. Hier.
Het is godgeklaagd. Ik kan er niet meer tegen. Als ik zo geen angst had voor de verantwoordelijkheid liet ik me ombouwen. Uit solidariteit.
Ach, die jongetjes van toen, vrije vogels, levend in boomhutten en luchtkastelen, zonder zorgen of verantwoordelijkheden, aangepast aan een leven als voetzoeker in de steppe. Soms waren het gekwetste vogeltjes, maar ook dan klapperden ze dapper hun vleugeltjes in de wind, om snel weer het gevaar uit hun ingebeelde verhalen te trotseren.
Dertig jaar later worden moeders van nu dagelijks afgeblaft, van de weg gereden, gediscrimineerd op de werkvloer omwille van hun vermogen nageslacht op de wereld te zetten. Of nog erger: ze worden mishandeld en verkracht, onder druk gezet om nog meer te presteren. Verplicht om hun gevoelens te verbijten. En dan gaat het voor één keer niet over gebieden vol oorlog en armoede. Het gaat over ons. Hier.
Het is godgeklaagd. Ik kan er niet meer tegen. Als ik zo geen angst had voor de verantwoordelijkheid liet ik me ombouwen. Uit solidariteit.
dinsdag, april 06, 2004
Huispersoneel in India: “belachelijk, dom en simpel” - Belgische zuster neemt het op voor meest uitgebuite vrouwen
Toen Jeanne Devos in 1963 naar India trok, was ze sterk gefascineerd door het mystieke en de verbondenheid met alles. Maar al snel botste ze in haar zoektocht naar diepe menselijkheid op de manifeste ongelijkheid in de Indiase samenleving. Nu, veertig jaar later, is ze de patrones van vrouwen die tot voor kort totaal genegeerd werden in haar rechten: huispersoneel. Amnesty zocht haar op in haar piepkleine appartementje in Mumbai.
Na een tijdje gewerkt te hebben met gehandicapten en dorpsontwikkeling kreeg je begin jaren ’80 een sterke voorkeur voor vrouwen, waarom die toespitsing?
“Omdat vrouwen een cruciale rol spelen in ontwikkeling. En ook omdat ze op zo’n massale manier worden geëxploiteerd. Mijn interesse ging uit naar de meest uitgebuite van allemaal: de sekswerkers en het alomtegenwoordige huispersoneel waarin ik me al snel begon te specialiseren omdat ze zo’n
totaal onderbelichte en verborgen groep vormen.”
Wat is er zo specifiek aan hun situatie?
“Ze hebben geen enkele mogelijkheid iets te doen met hun ervaringen. Die worden enkel vanuit het perspectief van de werkgever geïnterpreteerd. Ik wilde hen een eigen stem geven. Ze toelaten hun eigen verhaal te vertellen. Eerste probleem is dat hun eigenwaarde vernietigd is: hun ‘wij zijn goed voor niets houding.’ En verder: hun totaal gebrek aan rechten; in de media worden ze voorgesteld als belachelijk, dom en simpel. Ook kunnen ze zich niet organiseren, er bestaat geen vakbond voor hen.”
Was het eenvoudig om zich met deze relatief onbekende problematiek in te laten? “Er was veel tegenstand: ik kreeg allerlei bedreigingen, je werkt tenslotte alle machtigen tegen, iedereen die het zich kan veroorloven heeft huispersoneel. Gelukkig geloofde mijn congregatie in mij en ook bij Broederlijk Delen vond ik van in het begin steun. Na een tijdje zegden ook Indiase mensenrechten advocaten hun steun toe. Ondertussen hebben we 11 wetsvoorstellen kunnen indienen in het parlement. In één van de eerste voorstellen uit 1989 worden een aantal basisrechten opgesomd. Nadat het in vier staten werd voorgesteld is het aangenomen in Tamil Nadu. In Mumbai werd het eveneens aangenomen maar lieten tegenstanders alle cijfers eruit halen. Zo overleefde het voorgestelde minimumloon de tegenkanting niet. Wél, en dat was nieuw, werd het bestaan van huisarbeiders erkend.”
Jullie staan niet helemaal alleen met dat werk, mogen we hopen? ”Wij lanceren de wet mee, maar het lobbywerk wordt gedaan door specialisten. Van de wetsvoorstellen zijn er twee gedaan op nationaal niveau. Maar India is sterk gefederaliseerd. De anderen zijn op staatsniveau ingediend.
In de media hebben we onderhand wel 2 à 3 journalisten op onze hand in elke grote krant. Als er iets gebeurd, een verkrachting of een dood van een huisarbeidster, dan slagen we erin om dat in de media te krijgen.
Er zijn ook dievenbendes die misbruik maken van het statuut van huispersoneel. Ze melden zich aan als werker, winnen het vertrouwen van de eigenaar en bestelen en vermoorden dan iedereen. Wij helpen mee deze bendes te ontmaskeren en het publiek ervoor te waarschuwen via de pers.”
“We hebben ook een nationale campagne opgezet tegen vrouwenhandel. Zo zijn er zogenaamde ‘handelaars’ die naar de dorpen gaan en die meisjes kopen om ze in de stad weer te verkopen. Luisteren naar de vrouwen is belangrijk: hun verhalen zijn de realiteit. En daarmee gaan we aan de slag. Zo hebben we voor één wetsvoorstel bijna 1 miljoen handtekeningen kunnen verzamelen, meestal duimafdrukken want weinigen kunnen schrijven.”
Moet je nu, na al die jaren, nog oppassen voor je eigen veiligheid? “De Indiase ambassade in België pluist de Belgische pers sterk uit: als ze iets vinden dat tegen de regering ingaat, staan ze heel snel hier en kunnen ze het me knap lastig maken om nog campagne te voeren. Maar mij persoonlijk raken, neen. Daarvoor is het merk Jeanne Devos ondertussen te bekend.”
Na een tijdje gewerkt te hebben met gehandicapten en dorpsontwikkeling kreeg je begin jaren ’80 een sterke voorkeur voor vrouwen, waarom die toespitsing?
“Omdat vrouwen een cruciale rol spelen in ontwikkeling. En ook omdat ze op zo’n massale manier worden geëxploiteerd. Mijn interesse ging uit naar de meest uitgebuite van allemaal: de sekswerkers en het alomtegenwoordige huispersoneel waarin ik me al snel begon te specialiseren omdat ze zo’n
totaal onderbelichte en verborgen groep vormen.”
Wat is er zo specifiek aan hun situatie?
“Ze hebben geen enkele mogelijkheid iets te doen met hun ervaringen. Die worden enkel vanuit het perspectief van de werkgever geïnterpreteerd. Ik wilde hen een eigen stem geven. Ze toelaten hun eigen verhaal te vertellen. Eerste probleem is dat hun eigenwaarde vernietigd is: hun ‘wij zijn goed voor niets houding.’ En verder: hun totaal gebrek aan rechten; in de media worden ze voorgesteld als belachelijk, dom en simpel. Ook kunnen ze zich niet organiseren, er bestaat geen vakbond voor hen.”
Was het eenvoudig om zich met deze relatief onbekende problematiek in te laten? “Er was veel tegenstand: ik kreeg allerlei bedreigingen, je werkt tenslotte alle machtigen tegen, iedereen die het zich kan veroorloven heeft huispersoneel. Gelukkig geloofde mijn congregatie in mij en ook bij Broederlijk Delen vond ik van in het begin steun. Na een tijdje zegden ook Indiase mensenrechten advocaten hun steun toe. Ondertussen hebben we 11 wetsvoorstellen kunnen indienen in het parlement. In één van de eerste voorstellen uit 1989 worden een aantal basisrechten opgesomd. Nadat het in vier staten werd voorgesteld is het aangenomen in Tamil Nadu. In Mumbai werd het eveneens aangenomen maar lieten tegenstanders alle cijfers eruit halen. Zo overleefde het voorgestelde minimumloon de tegenkanting niet. Wél, en dat was nieuw, werd het bestaan van huisarbeiders erkend.”
Jullie staan niet helemaal alleen met dat werk, mogen we hopen? ”Wij lanceren de wet mee, maar het lobbywerk wordt gedaan door specialisten. Van de wetsvoorstellen zijn er twee gedaan op nationaal niveau. Maar India is sterk gefederaliseerd. De anderen zijn op staatsniveau ingediend.
In de media hebben we onderhand wel 2 à 3 journalisten op onze hand in elke grote krant. Als er iets gebeurd, een verkrachting of een dood van een huisarbeidster, dan slagen we erin om dat in de media te krijgen.
Er zijn ook dievenbendes die misbruik maken van het statuut van huispersoneel. Ze melden zich aan als werker, winnen het vertrouwen van de eigenaar en bestelen en vermoorden dan iedereen. Wij helpen mee deze bendes te ontmaskeren en het publiek ervoor te waarschuwen via de pers.”
“We hebben ook een nationale campagne opgezet tegen vrouwenhandel. Zo zijn er zogenaamde ‘handelaars’ die naar de dorpen gaan en die meisjes kopen om ze in de stad weer te verkopen. Luisteren naar de vrouwen is belangrijk: hun verhalen zijn de realiteit. En daarmee gaan we aan de slag. Zo hebben we voor één wetsvoorstel bijna 1 miljoen handtekeningen kunnen verzamelen, meestal duimafdrukken want weinigen kunnen schrijven.”
Moet je nu, na al die jaren, nog oppassen voor je eigen veiligheid? “De Indiase ambassade in België pluist de Belgische pers sterk uit: als ze iets vinden dat tegen de regering ingaat, staan ze heel snel hier en kunnen ze het me knap lastig maken om nog campagne te voeren. Maar mij persoonlijk raken, neen. Daarvoor is het merk Jeanne Devos ondertussen te bekend.”
Abonneren op:
Posts (Atom)