“Het loopt uit de hand,” zegt de ene diplomaat tegen de andere. Waarop de andere enigszins geërgerd zijn krant een halve decimeter laat zakken, “wat loopt er uit de hand? Begin weer niet over de protesten. Dat zootje ongeregeld weet niet waarover het gaat en volgende week is deze poppenkast weer voorbij. De slottekst is toch al geregeld.”
De twee blanke mannen, een Europeaan en een Noord-Amerikaan, zitten in de lobby van een 5-sterren hotel in Monterrey, een stad in het noorden van Mexico. De Europeaan houdt voet bij stuk: “onze ministers voelen de hete adem van de antiglobalisten in hun nek, ze vrezen dat het kiezerspubliek niet zal begrijpen waarom deze conferentie geen nieuw geld oplevert voor de ontwikkelingslanden. Ze denken dat de ontevredenheid zal toenemen.”
“Hoezo, ontevredenheid?” De Noord-Amerikaan, die een aanzienlijk deel van de 800-koppige delegatie diplomaten uit de VS aanvoert, neemt een formele toon aan en declameert: “ons standpunt is en blijft dat financiering van ontwikkeling een fictie is: enkel vrije wereldhandel zal de ontwikkelingslanden vooruit helpen en armoede doen verdwijnen. “Overigens,” voegt hij er zonder zweem van ironie aan toe, “hebben jullie stevig mee gewerkt om deze slottekst goed te keuren…”
Een kleine pauze markeert wat het einde van het gesprek zou kunnen zijn. De Europese diplomaat voelt zich enigszins opgelaten. En alhoewel hij het antwoord van zijn gesprekspartner al kent gooit hij het toch over een andere boeg: “in Europa wint de stelling veld dat armoede een voedingsbodem is voor terrorisme.” Waarop de Noord-Amerikaan fulmineert: “Nonsens! Dat is nog nergens bewezen en bovendien, dat varkentje zal het Pentagon wel wassen. En begin niet met dat gezwets over een Internationaal Tribunaal, want daar doen we niet aan mee.” En na een korte pauze: “ach, laat ze dan wat unilaterale initiatieven nemen, een beetje schuldherschikking hier, wat meer hulp onder bevriende naties daar, het helpt niet maar het staat goed in een perscommuniqué.” Dat laatste zegt hij met haast onverholen minachting, enkel ingehouden door zijn afgemeten diplomatieke etiquette.
De twee vrienden gaan uit elkaar, elk naar hun vergaderingen, de Europeaan met gemengde gevoelens, zijn gesprekspartner met een triomferende glimlach op het gezicht.
maandag, april 15, 2002
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten