zondag, december 09, 2007

Piet De Moor werkt grimmig aan zijn geluk


Is journalistiek nog steeds de waakhond van de democratie?

Piet de Moor is een geëngageerd man. Iemand die gaat voor zijn principes, ook al moet hij daarvoor een aantal heilige huisjes omver schoppen. Dat deed hij in 2006 met zijn zg. ‘bitterbrieven’ waarin hij de krant De Standaard en de Vlaamse media in het algemeen de mantel uitveegde om hun vermeende banalisering van extreem rechts. Wij hadden een gesprek met hem dat meanderde tussen het gevaar van extreem rechts, het conservatisme in Oost-Europa en de verkleuterende media.


Schrijver De Moor ziet vele parallellen tussen het discours van extreem rechtse partijen in Vlaanderen en het totalitarisme, dat hij al jarenlang bestudeert. Zijn favoriete biotoop is het naoorlogse oost- en midden Europa. Hij schreef er verschillende boeken over. De Moor is een journalist die, moest hij werkzaam zijn in pakweg Colombia of Iran, hoog zou scoren op de lange lijst dissidenten waarvoor Amnesty briefschrijvers over heel de wereld in hun pen kruipen. Wat is volgens hem de aantrekkingskracht van het extreemrechtse discours? Zouden mensen ondertussen nog niet beter moeten weten? “Het is eigen aan de mens dat je bij elke generatie opnieuw moet beginnen. Maar je kan steeds leren uit de geschiedenis. Vandaar dat contact tussen de generaties belangrijk is. Als je geen transmissie hebt naar het verleden en je leidt aan de perceptie van ‘wij kunnen alles’ dan zijn anderen alleen maar lastig.”

U schreef ook dat een totalitaire partij het abnormale ‘normaal’ wil laten worden voor burgers. U bedoelt dat ze een mythe, die van een éénduidige Vlaamse identiteit met duidelijk vastgelegde culturele patronen en gebruiken, als de norm willen opleggen. Maar verandert de samenleving niet te snel voor vele mensen?
“Alles wat nieuw is schrikt mensen af. Spanningen zijn er altijd, je moet ze niet onder de mat schuiven, je moet er mee leren omgaan. En dat betekent beseffen dat elk persoon meerdere identiteiten heeft. Het is de taak van politiek, media en onderwijs om conflicten en spanningen beheersbaar te maken. Toch geloof ik ook dat een land niet onbeperkt asielzoekers kan opvangen. Het is de taak van de politiek om ervoor te zorgen dat landen en bevolkingen zich kunnen ontwikkelen waardoor wanhoopsmigratie overbodig wordt. De meerderheid van de mensen wil toch liefst zijn leven opbouwen op zijn geboortegrond, dicht bij zijn familie en eigen cultuur. Het gaat ook niet echt over migratie. Het gaat over armoede, zowel hier als ginder. Idealiter zou globalisering moeten zorgen voor communicerende vaten. Dan kan enkel als de internationale verhoudingen geen kwestie meer is van centrum tegenover periferie. Idealiter zouden internationale relaties tussen landen en mensen een kwestie van communicerende vaten moeten zijn. Mensen die reizen om te leren en te werken in alle richtingen…”

De machtsgreep van de apenplaneet

In uw ogen hebben de media een belangrijke verantwoordelijkheid. Zijn ze hun maatschappelijke opdracht uit het oog verloren? “Er is te weinig beroepseer. Kijk- en leescijfers zijn het enige dat hen nog interesseert, het is bijna een soort competitie in kwaliteitsvermindering. Kijk, vroeger waren publiciteit en redactie twee gescheiden werelden. Nu daarentegen wordt de invloed van de marketing jongens op de journalisten steeds groter. De publiciteitswereld is een soort apenplaneet: het is een schijnwereld die de werkelijke wereld overneemt. En zo wordt de realiteit verdonkeremaand.” Iets dat in de jaren ’30 van de vorige eeuw ook gebeurde, zegt u. “Ja, ook al lag er toen een politieke kaste aan de basis en nu niet: het blijft verontrustend. En het resultaat is defaitisme: de onontkoombaarheid van de evolutie heeft zich genesteld in de geesten van het journaille. Het feit dat er zo’n grote instroom is van jonge mensen en dat oudere journalisten massaal bij het groot huisvuil gezet zijn is daar ook niet vreemd aan.”
Waar moeten we dan de oorzaken zoeken van deze evolutie? “De mediabedrijven van vandaag zijn economische moghuls geworden. En de wereld van de aandeelhouders kent geen maatschappelijk project. Zij willen alleen winst op korte termijn. Kritische journalistiek vraagt investeringen. Het vraagt ook aanmoediging, begeleiding en waardering van mensen. Daaraan ontbreekt het op vele redacties vandaag.”

Uit het grootste land van Oost-Europa lijkt al enkele jaren een erg conservatieve wind te waaien. Verworven mensenrechten zoals het verbod op discriminatie op grond van seksuele geaardheid komen er op de helling te staan. Hoe verklaart u de reactionaire tendensen in Polen?
“In Polen leeft men als sinds mensenheugenis met de angst platgedrukt te worden door de twee grote buren: Rusland en Duitsland. Een sterke as Moskou-Berlijn of nu de as Brussel-Moskou met grote invloed van Berlijn is een schrikbeeld. Er is steeds over hun hoofden heen gekonkelfoesd en dat maakt ze paranoïde en makkelijke slachtoffers voor populisten die dat willen uitspelen. De tweelingbroers Lech en Jarosław Kaczyński, resp. president en premier worden ‘de twee Bolsjewieken’ genoemd omdat ze dezelfde technieken toepassen. Zo hebben ze aan het Hooggerechtshof in het kader van een rechtszaak gezegd dat het ook moet denken aan het ‘staatsraison’ en dat ze dus niet alleen moeten rechtspreken. Dat is een pure verkrachting van de rechtstaat.”

In uw boek Schemerland schreef u het volgende: “De terugkeer van de vaders was een verkeken kans: wat had er niet van onze moeders kunnen worden als ze toen hun lach hadden behouden en als ze staande hadden gehouden dat ze zekeringen konden repareren? Het lag binnen hun bereik om eindelijk de kettingen te verbreken, om eindelijk de zoons van de vaders te scheiden, om te kijken wat er gebeurt als er geen man is van wie de krijgshaftige pose of het machtswoord kan worden geïmiteerd, wat er gebeurt als zoons en dochters door moeders worden opgevoed die hun verstand en hun vitaliteit niet als voer aan het zelfbewustzijn van hun man onderwerpen." Is machismo één van de fundamentele problemen waar de mensheid mee worstelt? De moor: “ik heb vooral een probleem met niet-gefundeerd autoritarisme. De Oostenrijkste schrijfster Elfriede Jelinek zei dat “vrouwen in familieverband de neiging hebben met de man te collaboreren en het kind te onderdrukken.” Wat tijdens de oorlog gebeurde was nieuw: vrouwen die alles zelf moesten en konden doen. De kennis die ze daarbij vergaarden, hun talenten die ze daarbij moesten inzetten, dat alles moesten ze weer afgeven als de mannen terugkwamen. Net als hun nieuw verworven eigenwaarde. Volgens dichterfilosoof Friedrich Von Schiller kan het ontwikkelen van innerlijke vrijheid niet zonder het nemen van eigen beslissingen. In je eigen leven heb je steeds terreinen waarop je zelf de nodige moed kan tonen. Onderwijs en huisgezin stimuleren dat veel te weinig.”

Uw recentste boek heet “het grimmige heden.” Is het heden dan echt grimmig voor u? “Het boek heeft ook een ondertitel hé: ‘een polyfonie.’ Maar wat ik bedoel is: je kunt zelf op een grimmige manier werken aan je geluk zonder er zelf grimmig van te worden. Leuk aan het schrijven van een dagboek is dat het hoofdpersonage iemand is aan wie anderen zich kunnen spiegelen. Natuurlijk moet een verhaal ook spannend en mooi zijn, je mag je publiek niet vervelen, het mag ook niet gezocht zijn. Dat is de taak van literatuur: schoonheid en kritiek spuien.”

Mensenrechten zijn geen strategie

Philip Alston, de speciale rapporteur voor willekeurige executies bij de Verenigde Naties, heeft een probleem. Alston maakt deel uit van het legertje rapporteurs dat voor de VN verslag uitbrengt over mensenrechtenthema's. Alleen krijgen ze zelden of nooit toegang tot de landen die ze willen onderzoeken. Niet dat ze botweg de toegang geweigerd worden, zo ver gaat alleen de despotische stadstaat Singapore. De meeste landen blijven geplande bezoeken gewoon oneindig uitstellen. Of ze doen of hun neus bloedt en antwoorden eenvoudig niet op de vraag uit New York… En de heel geslepen leiders geven eerst met veel misbaar hun akkoord om dat daarna in alle stilte terug in te trekken.

Bovendien: de bevoegde 'Raad voor de Mensenrechten' laat betijen. Hun oprichtingsresolutie suggereert nochtans dat dit soort problemen door hen moeten opgelost worden. Blijkbaar leidt de Raad aan hetzelfde gebrek aan daadkracht als haar weinig illustere voorganger, de VN-mensenrechtencommissie. Als het erop aan komt landen op de vingers te tikken heeft de Raad voor de Mensenrechten geen enkel mechanisme om de verzoeken van de rapporteurs op te volgen. De raad wordt bevolkt door 47 mensen van evenzoveel landen die zich kandidaat gesteld hebben en verkozen zijn in de Algemene Vergadering. Daar zijn zes landen bij die zelf niet reageerden op een uitnodiging om een rapporteur te ontvangen… Overigens zijn er weinig landen voor wie het bezoek van een rapporteur géén genante statistieken zou opleveren.

Wat willen we dan eigenlijk: een Raad met een mooie naam maar die verder machteloos moet toekijken wegens totaal gepolitiseerd en het voorwerp van strategische spelletjes onder landen? Of een Raad die bestaat uit ongebonden mensen met een engagement en mandaat om te doen wat moet gebeuren? Goed, een voorstel: kandidaat-landen moeten hun vertegenwoordiger kiezen uit hun nationale parlement. Kwestie van de Raad een legitiem karakter te geven. Verder hebben de grote mensenrechtenngo’s met raadgevende bevoegdheid een vertegenwoordiger in de raad. Beslissingen worden genomen met gewone meerderheid van stemmen. Het hoeft niet zo moeilijk te zijn.

donderdag, juli 12, 2007

Amnesty Marokko werkt aan attitude - Portret van een kleine maar nijvere sectie


De Marokkaanse sectie van Amnesty in Rabat is klein. Met vier mensen doen ze al het werk dat het secretariaat nodig heeft. Van lobby- en campagnewerk over secretariaatswerk tot het werven en motiveren van vrijwilligers. Salah Abdellaoui is tegelijk verantwoordelijk voor de beweging en het uitwerken van de nieuwe campagnes maar hij staat ook de directeur bij in zijn representatiefunctie. Abdellaoui: "in Marokko ligt onze grootste uitdaging in de mensenrechteneducatie."

Amnesty Maroc heeft zo'n 1200 leden, verspreid over het hele land. Maar gezien het thema waarmee Amnesty zich bezighoudt vindt je die leden vooral onder de gestudeerde middenklasse. Er zijn groepen van advocaten, van dokters enz. "Helaas maken mensenrechten nog steeds geen deel uit van de bekommernissen van de mensen die aan de macht zijn in Marokko. Er is een verandering van attitude nodig," zegt Abdellaoui.

De 'niet werken in eigen land'-regel is voor Marokko geen louter principiële kwestie. De overheid wordt nog steeds sterk geassocieerd met de figuur van de koning. En men is overgevoelig voor alles wat zweemt naar kritiek op de monarch. Met de zg. 'wet op het antiterrorisme' die in mei 2003 werd aangenomen kreeg de overheid nog meer armslag om de repressie tegen ongewenste politieke dissidenten op te voeren. In de beste post-11 september traditie geeft de wet een zeer brede en onduidelijke definitie van "terrorisme." De wet verlengt de wettelijke aanhoudingstermijn (de periode dat de gevangene is aangehouden door de veiligheidsdiensten zonder aanklacht of juridische controle) tot 12 dagen in het geval van "terrorisme." Ook is het recht van de gevangene op juridische bijstand ingeperkt, terwijl tijdens deze periode de kans op marteling of slechte behandeling het grootst is. De antiterrorisme wet breidde tenslotte ook het toepassingsgebied uit van de doodstraf.

Voornaamste doelwitten van de nieuwe wet: islamitische integristen of wie daarvan wordt verdacht en natuurlijk de militanten van het zieltogende Polisario-front, Marokko's eigen regionale verzetsbeweging.

Verschillende lokale ngo's volgen de situatie op de voet: AMDH (Association Marocaine des Droits Humains), OMDH (Organisation Marocaine des droits humains) enzovoort. Dat dit niet zonder gevolg blijft bewijst het gebeurde van 1 mei 2007: 7 leden van AMDH werden opgepakt tijdens een manifestatie toen ze slogans scandeerden die kritisch waren voor het koningshuis. Op 5 en 6 juni werden nog eens 10 leden van dezelfde organisatie opgepakt tijdens een sit-in uit solidariteit met de 7 reeds opgepakte mensen. Allemaal riskeren ze verschillende jaren in de gevangenis.

"Dit soort specifieke gevallen worden rechtstreeks door Londen gedaan," zegt Abdellaoui. Wanneer delegaties een onderzoek komen voeren, is dat ook volledig los van de sectie in Rabat. Vaak weten ze op het secretariaat zelfs niet dat ze er zijn. "Wij geven hoogstens de centrale persberichten door aan de nationale pers. En de Marokkaanse overheid weet dat zeer goed, want Amnesty is zeer bekend en gerespecteerd hier." Daarom dat de Marokkaanse sectie wel kan werken rond de grote thema's en internationale campagne's: doodstraf, geweld tegen vrouwen enz. Voor deze laatste campagne haalde de sectie vorig jaar niet minder dan 100.000 handtekeningen op die ze wist af te geven aan de Eerste Minister.

Eén van hun grote projecten in eigen land is de humanisering van het gevangenisregime. Ze hebben een overeenkomst gemaakt met de directeur van het gevangeniswezen. Bedoeling is het geven van vorming aan gevangenisbewakers rond mensenrechten en magistraten. "Een werk op lange termijn," geeft Abdellaoui toe.

Intussen heeft Amnesty International vorig jaar een belangrijke uitbreiding van zijn zelfverklaarde 'opdracht' goedgekeurd. In plaats van de traditionele focus op burgerlijke en politieke rechten is er een uitbreiding gekomen met economische, sociale en culturele rechten. (Lees ook interview met Eva Brems, februari nummer van dit jaar). Het is een niet te onderschatten koerswijziging. Ik vroeg me af hoe dat hier in Marokko werd opgepakt. En blijkbaar was de uitbreiding voor de Marokkaanse achterban makkelijker te verteren dan in Vlaanderen. Abdellaoui:"ook wij zijn begonnen met de nieuwe opdracht rond ESC-rechten. Economische, sociale en culturele rechten, dat raakt de alledaagse leefwereld van de mensen." En vermits vele van deze rechten allerminst verworven zijn in het Marokkaanse hinterland, zagen de leden makkelijk het belang in van deze uitbreiding.

Zo veel activiteiten, dat kost geld. Wat met fondsenwerving? En hoe maakt de Marokkaanse Amnesty sectie zich bekend binnen de grenzen?
"Het belangrijkste moment waarop we elk jaar naar buiten komen is het Internationaal boekensalon in Casablanca. Daar komen 400.000 bezoekers op af. Er is ook een sterke aanwezigheid van de Marokkaanse pers," zegt Abdellaoui. Wat zijn werkmiddelen aangaat, is de sectie zoals de meeste secties in het zuiden grotendeels afhankelijk van Londen. Vanzelfsprekend aanvaard Amnesty, net als bij ons, geen enkele vorm van subsidie. En met de lidgelden springen ze ook niet ver: 100 dirham (ongeveer 10 €) voor volwassenen per jaar en 50 dirham voor jongeren. Schenkingen, dat is héél beperkt. Het is immers makkelijker om mensen te overtuigen geld te geven voor een lokale moskee dan voor een abstract onderwerp zoals mensenrechtenschendingen in verre landen. Een mogelijkheid waar we al langer op hopen is het verkrijgen van het 'statut utilité public,' een statuut dat toelaat om grote fondsenwervende activiteiten te organiseren zoals galabals e.d. Je kan dan ook fiscale attesten afleveren aan donatoren," zegt Abdellaoui. “De vorige eerste minister had enkele jaren geleden nochtans het statuut toegezegd aan Amnesty. Zo'n statuut moet gebetonneerd worden in een decreet. Maar ondertussen blijft het dossier om een onduidelijke reden geblokkeerd op het niveau van het secretariaat van de regering. Iemand die de Amnesty-werking niet echt genegen is? Wie zal het zeggen?”

vrijdag, april 13, 2007

Klare taal

Godsdienst en mensenrechten, ze lijken op gespannen voet met elkaar te leven. Religies werden gekaapt door extremisten, die zich beroepen op een heilige missie om hun acties goddelijk te legitimeren. Mensenrechten zijn verworden tot een politiek instrument, de banier waarachter Westerse regeringen zich scharen wanneer ze ten strijde trekken in sterk gemediatiseerde krachtmetingen waarbij de discours langs beide kanten homerische proporties aannemen. De propaganda is als een gigantische pot vette saus die over kookt. In het mediageweld dat volgt krijgt de publieke opinie een dodelijke cocktail van begrippen over zich heen die zich in hun hoofd vermengt tot een giftig amalgaam van foute betekenissen.

De laatste jaren heeft het Amerikaanse imperium de mensenrechten aan de haak gehangen wegens niet meer bruikbaar. Hun zelf gecreëerde imago van 'hoeders van de democratie' is niet langer houdbaar - Guantánamo, Abu Ghraib, de geheime CIA vluchten - bruut geweld is nu hun credo. In de naam van de vrijheid en van hun eigen religie. Ze zijn aan elkaar gewaagd: de Islamisten van Al-Qaeda, de Soedanese president al-Bashir, de Israëlische regering Olmert, de Russische ‘nieuwe tsaar’ Poetin, de Bush-administratie. Hun taal is doorspekt met een ondoorzichtig arsenaal aan tendentieuze termen.

Orthodoxie, fundamentalisme, terrorisme en politiek extremisme zijn niet hetzelfde. Toch worden ze steeds meer door elkaar gehaald. Dat is een gevaarlijke evolutie. "Laten we ophouden de boel door elkaar te halen," zegt de Nederlandse auteur Fouad Laroui in zijn laatste boek, en hij heeft groot gelijk.
Laat ons een voorbeeld nemen aan dit onnavolgbare stukje klare taal: “Een ieder heeft recht op vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst; dit recht omvat tevens de vrijheid om van godsdienst of overtuiging te veranderen, alsmede de vrijheid hetzij alleen, hetzij met anderen zowel in het openbaar als in zijn particuliere leven zijn godsdienst of overtuiging te belijden door het onderwijzen ervan, door de praktische toepassing, door eredienst en de inachtneming van de geboden en voorschriften.” (Art. 18 UVRM)

maandag, februari 19, 2007

"Amnesty heeft iets goed te maken" - Eva Brems over de nieuwe marsrichting van de beweging

[Deze tekst is de uitgebreide versie van het interview dat verschijnt in het maart nummer van Amnesty Nieuws (2007). Deze tekst verschijnt ook op de website van Amnesty Vlaanderen]

Met Eva Brems kreeg Amnesty eindelijk nog eens een vrouw als voorzitster. Professor Eva Brems is gespecialiseerd in mensenrechten en niet-westers recht. Ze schrijft voor een 8-tal vaktijdschriften, haar lijst publicaties over mensenrechten oogt bepaald indrukwekkend. Nu haar wittebroodsweken als voorzitster voorbij zijn, wilden wij wel eens weten waar ze met Amnesty Vlaanderen naar toe wil. Het werd een erg leerrijk gesprek over zulke diverse zaken als de opdracht van Amnesty, het voorzitterschap, het armoedeprobleem, enz.


Amnesty: een internationale beweging

Je bent sinds april 2006 verkozen als voorzitster. Sinds het ontstaan van Amnesty Vlaanderen ben je pas de 2e vrouwelijke voorzitster. Hoe zou dat komen?
"Ik vind het vooral een positief teken dat je die vraag stelt. Op veel plaatsen waar ik kom ben ik nog steeds de enige vrouw. Aan de universiteit is er slechts 20% vrouwelijke professoren. Bij Amnesty is er de laatste jaren een enorm genderbewustzijn ontstaan. Diversiteit in de interne werking is een groot aandachtspunt geworden. Op het vlak van etnische diversiteit staan we nog niet ver maar qua participatie van vrouwen zijn we goed op weg om tot een evenwicht te komen. Het moet een natuurlijke reflex zijn om de vraag naar diversiteit te stellen in élke organisatie en zeker in haar raad van bestuur. Dat er dan af en toe vrouwelijke voorzitsters verkozen worden volgt daar automatisch uit.”

Wat houdt je job in als voorzitster van Amnesty Vlaanderen en hoe verhoudt zich dat tegenover het secretariaat?
"Er is een groot verschil tussen de job van directeur (Jan Brocatus, nvdr) en deze van voorzitter. Jan leidt het secretariaat als beroepskracht. De leden van de raad van bestuur en dus ook de voorzitter zijn vrijwilligers. Wij zijn verantwoordelijk voor de strategische beslissingen terwijl het secretariaat operationeel bezig is. Mijn profiel als academicus maakt dat ik vooral het mensenrechtenbeleid in handen neem."

Vooraleer voorzitster te worden was je actief in het 'steunpunt internationaal beleid.' Wat is de rol van dit steunpunt?
"Het steunpunt geeft advies en bereidt beslissingen voor van de raad in verband met inhoudelijke strategische dossiers. Bijvoorbeeld de principiële vraag of Amnesty een standpunt mag hebben over het gebruik van geweld: Kan men een leger inzetten om mensenrechtenschendingen te doen ophouden? Of nog: al meer dan een jaar is besluitvorming aan de gang over de mogelijkheid om te werken rond abortus. Hiervoor was een bredere consultatie via de Algemene Vergadering noodzakelijk. Momenteel staan we zo ver in de discussie dat we waarschijnlijk rond enkele aspecten van abortus zullen werken… Zulke zaken vergen een grondige discussie, die het steunpunt zal voorbereiden."

Je hebt in 2006 het 'international Chairs Forum' meegemaakt. Hoe was dat en wat voor mensen zijn de meeste van je confraters?
"Het Chairs’ Forum bestaat nog maar enkele jaren maar belooft binnen de Amnesty besluitvorming een belangrijke rol te gaan spelen. Een internationale Algemene Vergadering is er maar tweejaarlijks, en tussenin moeten ook belangrijke beslissingen genomen worden. Het Chairs Forum vult die leemte op. Voor mij is zulke vergadering natuurlijk zeer interessant. Op zulke samenkomsten besef je ten volle dat je deel uitmaakt van een internationale beweging. En het is uitermate boeiend om te zien hoe mensen in een andere context problemen aanpakken. Overigens gaan we steeds bewuster om met onze onderlinge diversiteit. Zo worden voorzitters tijdens de debatten heel bewust gemixt waardoor bijvoordeeld niet alle latino’s bij elkaar gaan zitten en mensen zo veel mogelijk verplicht worden hun 2e taal te spreken. Op het vorige forum was diversiteit zelfs het hoofdthema van de vergadering."

Dat zal een leerrijke vergadering geweest zijn...
"Een duidelijke vaststelling is de dominantie van de Angelsaksische manier om de dingen af te handelen. Het is al heel wat als we ons daar bewust van zijn."


De nieuwe opdracht

Ondertussen staat Amnesty voor een belangrijke uitdaging: de uitbreiding van wat vroeger het 'mandaat' heette. Economische, Sociale en Culturele rechten krijgen meer aandacht binnen Amnesty. Niet evident.
"Het is niet zo dat we nu plots alles gaan doen hé. Dat deden we bij burgerlijke en politieke rechten ook niet. Zo nemen we geen standpunt in over het hoofddoeken verbod. Maar we zijn met ESC rechten begonnen vanuit het principe van de ‘ondeelbaarheid’ van mensenrechten: Je kan politieke en sociale rechten moeilijk van elkaar scheiden. Wat is het nut van stemrecht als je geen dak boven je hoofd hebt en niemand waar je op kan stemmen de intentie heeft om daar iets aan te doen? Discriminatie blijkt een heel belangrijk uitsluitingmechanisme. Mensen die slachtoffer zijn van discriminatie in een samenleving worden meestal geschonden in hun ESC-rechten én in hun burgerlijke rechten."

Dat het Amnesty menens is met de nieuwe ‘opdracht’ (het vroegere mandaat, nvdr) blijkt uit het campagnethema van 2008: armoede als schending van mensenrechten, met als focus huisvesting en gezondheidszorg. Een slogan die zo uit de stal van noord-zuid organisaties zoals Oxfam of 11.11.11 zou kunnen komen denk je dan. Maar neen, ook dit wordt Amnesty.
“Het was geen makkelijke beslissing om het vertrouwde mandaat uit te breiden. Onze sectie was er tegen in het begin. Maar dat is op korte tijd sterk veranderd. Er is dan ook al veel sensibiliserend werk verzet. De 60e verjaardag van de UVRM (in 2008, nvdr) is overigens een prima aanleiding om dit campagnethema te lanceren."

Misschien kijken de noord-zuidorganisaties wel net op naar Amnesty om het armoedeprobleem uit de ideologische sfeer te halen?
“Ik weet alleen dat de vraag vanuit die organisaties al langer leeft. Ook ngo’s hebben de meerwaarde ontdekt van het mensenrechtendiscours. En Amnesty wordt al jaren bekritiseerd omdat we de ESC rechten links lieten liggen. Daardoor hebben we mee schuld aan het feit dat deze rechten stiefmoederlijk behandeld worden.”

Amnesty heeft dus iets goed te maken?
“Dat kan je inderdaad zo zeggen. We gaan dat ook doen. Als wij armoede gaan aanklagen als een schending van de mensenrechten dan moeten we ook de oorzaken durven aanwijzen en ijveren voor een internationale wetgeving die basisrechten doet respecteren.”

Ook al neem je dan standpunt in tegen een dominant economisch beleid dat aan de basis ligt van het armoedeprobleem in het zuiden? Met andere woorden, Amnesty International die het werk van de Oxfams van deze wereld legitimeert? Dat is inderdaad nieuw!
“Laat ons zeggen dat we vooral complementair zijn en geen concurrentie. Onze invalshoek blijft dezelfde. Kijk, mensenrechten blijven een revolutionair concept in de geschiedenis. Je hebt een wereldwijde beweging nodig en veel expertise om dat concept ingang te doen vinden."

Wat zijn de gevolgen voor het concrete werk van de organisatie en haar vrijwilligers?
“Het zou kunnen dat we andere werkvormen moeten ontwikkelen. Samenwerken met andere organisaties doen we al langer, bv. rond vrouwenrechten. Nu zullen we nieuwe partners vinden in noordzuid organisaties, vakbonden en 4e wereld organisaties. We zullen ook moeten openstaan voor andere technieken,bv. om samen met armen tegen armoede te strijden. Hier valt zeker wat te leren van andere ngo’s.”

Maar onze leden zullen nog steeds politieke gevangenen proberen vrij te schrijven?
“Natuurlijk. Alleen zullen meerdere elementen in het dossier een rol gaan spelen. Als bijvoorbeeld een groep inheemse ontheemden een protestactie houdt tijdens een grondbezetting en de politie neemt hen onder vuur dan zullen de lokale groepen niet alleen voor hen schrijven omdat er op hen geschoten is maar ook omdat hun recht op land hen ontzegd wordt…”

Je krijgt dan als activist wel een grotere betrokkenheid bij het verhaal van die mensen, dat lijkt een voordeel, niet?
“Ja, maar het veronderstelt ook wel dat we mensen moeten gaan vormen: Amnesty heeft dan ook echt de ambitie om sensibiliserend te werken, veel meer mensen moeten gaan zien dat de mensen die in armoede leven in hun rechten geschonden worden.”


Amnesty versus Cultuurrelativisme?

Je hebt heel wat gepubliceerd rond diversiteit en de mogelijke conflicten met de formele mensenrechten. Kan deze kennis van pas komen om Amnesty het ESC-rechten tijdperk binnen te treden?
“Op de universiteit houd ik me vooral bezig met de vraag hoe universaliteit van mensenrechten niet noodzakelijk uniformiteit hoeft te betekenen. Maar dat speelt niet op het niveau van zware schendingen, waar Amnesty zich vooral mee bezig houdt. Mijn werk gaat over de noodzaak om culturele gevoeligheid in te bouwen in wetgevend werk, het gaat vooral over de modaliteiten van het recht.”

In zijn laatste boek beschuldigt Luc Huyse Amnesty van ‘fundamentalisme’ omdat we hameren op de noodzaak om daders te vervolgen. Is daar iets van aan?
“Amnesty geeft nochtans geen kritiek op landen waar andere manieren worden gebruikt, denk aan de waarheidscommissies. Er bestaan inderdaad cultureel sensitievere manieren zoals bepaalde rituelen om met collectieve trauma’s tussen slachtoffers en daders om te gaan en die kunnen er zeker zijn voor Amnesty. Maar uiteindelijk moeten daders worden berecht. Dat is ons standpunt. Dus zijn kritiek is op zijn minst sterk overtrokken.”

Over rituelen gesproken, wat bijvoorbeeld te doen met cultureel gewoonterecht dat conflicteert met wat wij verstaan onder mensenrechten. Wat is de rol van Amnesty in het debat daarover.
“Er zijn vele conflicten. Afrikaans gewoonterecht conflicteert vaak met vrouwenrechten. Vooral de toegang tot grond is een probleem. Dit is iets wat Afrikaanse vrouwen zelf ook aanklagen. Maar andere culturele normen zijn in hun ogen soms geen schending. Ik herinner me zelfs een vergadering waaraan ook een Somalische deelnam, als besneden vrouw vond ze dat er grotere problemen zijn dan vrouwenbesnijdenis. Terwijl er al vele actiegroepen bestaan die een breder beeld hebben over het lijden dat achter die praktijk schuilt. Mensen beschouwen schendingen vaak als normaal als ze hun mensenrechten niet kennen. Je mag niet vergeten dat mensenrechten een revolutionair concept zijn tegenover traditionele samenlevingen waar het collectieve belang veelal overheerst.”


Recht is niet de hoofdzaak

Geloof je zelf dat wetgeving en wettelijke kaders in staat zijn om mensenrechten overal te waarborgen? Als je ziet hoe sommige internationale machten een loopje ermee nemen?
“We zijn echt wel goed bezig. Je kunt nooit weten welke schendingen zouden gebeuren als je niet bezig was met mensenrechten. Het is trouwens niet alleen een kwestie van recht, dat is zelfs niet de hoofdzaak. De Universele Verklaring is bijvoorbeeld al een niet-bindende tekst. En een sterk rapport van AI heeft meer effect dan het vonnis van een rechtbank. Amnesty gebruikt wel verdragen maar appelleert ook aan het ethisch gevoel.”

Amnesty als waakhond van de civiele maatschappij.
“Ja, dat afschrikkingeffect blijft heel effectief. ‘Naming and shaming’ blijft het sterkste instrument dat we hebben. Mensenrechten gaan altijd moeten bevochten worden. En er is enorme vooruitgang geboekt op vlak van rechten voor vrouwen, homo- en lesbiennes enz. Helaas is het taboe op foltering recent doorbroken door onder meer de VS, dat is dan weer een effectieve achteruitgang.”


De toekomst

Welke uitdagingen en plannen koester je voor Amnesty Vlaanderen de komende jaren?
“Ik zie drie belangrijke uitdagingen. Ten eerste het implementeren van de ESC-rechten in onze werking. Ten tweede zou ik graag het activisme sterk zien toenemen. We zijn geen loutere denktank of lobbymachine, we zijn eerst en vooral een sterke beweging en dus moeten we voortdurend op zoek naar nieuwe werkvormen om daar een actieve beweging van te maken. Ten derde, en dat is mijn stokpaardje, het bereiken van een maximale mensenrechtenimpact. Ik wil m.a.w. meetbare doelstellingen. Daarop moeten we alles afstemmen...”

Wat betekent dat voor de werking?
“Ik wil resultaten zien. We moeten nadenken over hoe we onze acties zo efficiënt mogelijk afstemmen op het realiseren van onze doelstellingen."

Heb je internationale ambities binnen Amnesty Internationaal?
“Het voorzitterschap combineren met mijn gezin en een druk professioneel leven is nu al een hele klus. Wel zou ik blij zijn als anderen uit de beweging doorstromen naar internationale functies, zoals in het verleden al is gebeurd.”

maandag, oktober 16, 2006

[Column] Auschwitz

“We'd like to go to Auschwitz.” Terwijl ik de woorden uitspreek, besef ik het surrealisme ervan. Maar de dame achter het loket knikt begrijpend. 15 zloti voor een ticketje naar de hel. Oswiecim is een stadje zoals er veel zijn op het snel veranderende Poolse platteland. Er zijn gewone huizen en gewone mensen, er zijn bushokjes en supermarkten. En er is het monsterlijke Auschwitz. Geen desolaat, getormenteerd landschap gaat het kamp vooraf, maar een drukke weg met een garage van tweedehands auto’s en een grote parking met een hotdog kraam. Op de parking veel bussen en groepen joelende scholieren.

Met een akelig gevoel in de buik lopen we het kamp binnen. Toeristen poseren voor een foto onder de 'arbeit macht frei' poort. Er wordt gepicknickt op de trappen van Mengele zijn experimenteerbarak. Beseffen deze mensen überhaupt waar ze zich bevinden? Onwillekeurig herinner ik me de Cuchi-tunnels in Zuid Vietnam waar toeristen met originele oorlogswapens kunnen schieten in een schietstand. Wapens waarmee duizenden mensen werden weggemaaid.

Van alle verbrande plekken in ons collectief geheugen is Auschwitz het ergste. En het onontkoombare feit is dat het niets bij brengt om de originele gaskamers binnen te gaan, te wandelen waar ooit werd gestrompeld, gesprekken te voeren waar ooit bevelen werden gesnauwd. Door het zo concreet te maken en mensen de kans te geven onbegeleid over het kampterrein te flaneren banaliseer je het monster. Op een plek waar mensenrechten op zo'n desastreuze manier vermorzeld zijn en de mens zijn eigen hel op aarde heeft gecreëerd mag je niets aan het toeval overlaten. Moreel is er eigenlijk geen verschil met een opslagplaats voor gevaarlijk nucleair afval. Waarom dus niet die hele plek afsluiten? Maak een schutkring van minstens 10 km en laat enkel nog dichters, politici en wetenschappers toe. Creëer vervolgens op neutrale plaatsen monumenten die de vreselijke waarheid in alle gruwel brengen, zonder iets te verbergen. Monumenten die ontzag inboezemen voor het ondenkbare lijden van zijn slachtoffers en tegelijk het besef verankeren tot wat de mens in staat is… als we niet oppassen.

(Column verschijnt in december nummer van Amnesty Vlaanderen

dinsdag, april 11, 2006

[Column] Anorexia Statensis

Wereldwijd worden mensen onwettig opgepakt, ontvoerd, getransporteerd, gevangen gezet of uitgeleverd aan landen waar ze gefolterd of mishandeld worden. Een recent Amnesty rapport onthulde dat de CIA deze praktijken maskeert door veelvuldig gebruik te maken van private luchtvaartmaatschappijen en dekmantelbedrijven. Ondernemingen kunnen tegenwoordig alles leveren: van wapens over militaire training en bijstand tot het nodige kanonnenvlees.

De Verenigde Staten steekt alles wat het daglicht niet mag zien in privé-bedrijven. Ze ontvet zichzelf en de ranzige stukjes stopt ze discreet de geprivatiseerde wolven toe. Haar bewindvoerders willen de staat zogenaamd leniger maken. Problematisch is dat bij privé-operaties de nood aan verantwoording naar de achtergrond verdwijnt. Privatiseren wil ook zeggen: uit de publieke sfeer halen, parlementaire controle vermijden. Anorexia Statensis ligt op de loer, en dat levert situaties op waarbij individuen tussen de mazen van het recht doorvallen en in een vacuüm terecht komen waar ze geen enkele bescherming meer genieten.

Een bijeffect is dat de bedrijven waar de bewindslieden preferentiële relaties mee hebben bevoordeeld worden wanneer ze de doorgaans vette opdrachten in de wacht slepen. Ze hebben er tenslotte hard genoeg voor gelobbyd... Het corrumperende karakter van al dit soort contracten is dan weer nefast voor het geloof in de politiek. En daarmee in het scheppen van een internationaal rechtskader dat mensenrechtenschendingen aanklaagt én de macht heeft om de schenders te veroordelen.

Ze willen ons een beeld opdringen van een staat die door het uitbesteden van militaire operaties sneller en efficiënter kan reageren op crisissen. Wel, ik geloof er niet in. Elk mens met een beetje gezond verstand voelt aan wat een linke soep dat is. Wat we nodig hebben is méér internationale samenwerking van sterke staten. Er is geen andere weg. Als we tenminste de publieke ruimte willen beschermen en de democratische controle willen behouden over zulke thema’s als conflictbeheersing en terrorismebestrijding.

maandag, januari 02, 2006

Raak me aan als ik dood ben: Interview Barbara Acuna

Laatst veroordeelde minderjarige in de VS ontsnapt nipt aan terechtstelling

Barbara Acuna is een gewone Amerikaanse vrouw met een gewoon gezin. Ze woont in een gewone buitenwijk in een Texaanse stad. Ze staat erop dat we haar leven niet als iets buitengewoon omschrijven. Alleen overkwam haar wel iets heel dramatisch. Haar zoon werd ter dood veroordeeld. Hij was 17. Robert Acuna was de laatste minderjarige in de VS op ‘death row.’

Toen Robert Acuna werd beschuldigd van een dubbele moord, maakte de openbare aanklager in een tv-interview meteen duidelijk dat ze voor de doodstraf zouden pleiten, hoewel de officiële papieren daartoe pas vier maanden later werden ondertekend. Dit is courant in Texas en vóór het Amerikaanse Hooggerechtshof de doodstraf voor minderjarigen ongrondwettelijk verklaarde, overkwam het ook 17-jarigen. Het zien van dat interview maakte bij Barbara Acuna het besef wakker dat iets niet klopte in deze rechtszaak.

Vond je dat het proces eerlijk verliep?
“Ik was naar twee advocaten gestapt (de procedure voor de doodstraf is veel zwaarder en vereist twee advocaten voor de verdediging, nvdr), maar ze vertelden me koudweg dat ik hun niet kon betalen. Alleen al voor de advocaten moest ik 35.000 $ neertellen en dan moet je nog een team huren dat bestaat uit een detective, een psychiater en een ‘specialist in verzachtende omstandigheden’. De kost is astronomisch voor mensen met een gemiddeld loon. Maar dat was slechts het begin. Zodra de procureur beslist voor de doodstraf te pleiten, begint de ‘machine van de dood’ te draaien. Bij Robert werd de hele procedure op een drafje afgehandeld: men wist dat er een uitspraak van het Hooggerechtshof in de lucht hing die de doodstraf voor minderjarige daders zou afschaffen. Gemiddeld duurt een zaak twee jaar; Robert was echter acht maanden later al veroordeeld. Indien het proces pas begonnen was ná de uitspraak van het Hooggerechtshof over de doodstraf voor minderjarigen, dan was alles heel anders verlopen. De jury zou uit andere mensen bestaan hebben en één advocaat was voldoende geweest.”

De rol van de jury

Wat was de rol van de jury in het proces?
“Die was zeer belangrijk. Bij de keuze van de juryleden wordt gekeken naar een aantal criteria. Zo worden enkel mensen geselecteerd die vóór de doodstraf zijn. Universitaire studies hebben uitgewezen dat dergelijke jury’s de neiging hebben strenge straffen uit te spreken. In het geval van Robert wisten ze ook dat het om een minderjarige verdachte ging.”

Wanneer kreeg je hulp van buitenaf?
“Toen bleek dat de officier van justitie voor de doodstraf ging en er haast mee wou maken, ben ik als een gek beginnen bellen naar alle tegenstanders van de doodstraf. Amnesty zag onmiddellijk de ernst van de situatie in en zette een ‘urgent action’ op. Ze schreven brieven naar de procureur om hem aan te zetten te wachten met de procesgang tot na de uitspraak van het Hooggerechtshof. Een collectief van advocaten die tegen de doodstraf zijn nam de zaak ter harte. Ze stelden vragen aan de twee advocaten die ons waren toegewezen door de rechtbank. Maar deze laatsten deden niets met de aanbevelingen. De aangestelde specialisten deden evenmin veel. Ze lieten de zaak op hun beloop, waardoor de procureur zowat vrij spel had. De eerste keer dat iemand van ons gezin werd ondervraagd over Robert, was de rechtszaak al bezig. Niet veel later maakte Robert kennis met ‘death row.’

‘Total senses deprivation’

Hoe is het leven in de dodencel?
“Zes maanden zat Robert op death row, tot zijn straf werd omgezet in levenslang na de uitspraak van het Hooggerechtshof. Er is geen ‘vervroegde vrijlating’ zoals die in België bestaat. Gelukkig zijn z’n omstandigheden nu beter. Death row betekent 23 uur per dag opgesloten zitten in een kleine cel, met niets meer dan een klein radiootje als afleiding. Geen telefoongesprekken, je bent van iedereen gescheiden. Het uurtje per dag dat je buiten mag, krijg je handboeien aan en word je vergezeld door twee bewakers die je behandelen als hun eigendom. ‘Total senses deprivation’, dat is de enigszins klinische term voor dit onmenselijke régime. De gevangene mag aan geen enkele zintuiglijke prikkeling worden blootgesteld. Eenmaal per week mag je bezoek ontvangen. Je wordt dan naar een klein kamertje geleid dat door kogelvrij glas gescheiden wordt van de bezoekersruimte. Praten met je bezoek - maximum 2 mensen - doe je via een telefoontoestel. Voor je iets kan zeggen, moet je je op de rug geboeide handen door een kleine opening in de stalen deur steken, zodat de bewaker je handen kan losmaken. Er is geen enkele vorm van fysiek contact mogelijk. Dat gaat zo door, tot aan je geprogrammeerde dood.”

Wat zijn jouw argumenten tegen de doodstraf?“
Ten eerste is de doodstraf gewoon niet noodzakelijk. Mensen kunnen opgesloten worden of opgenomen in een instelling voor geestesgestoorden. We hoeven ze niet om te brengen. Rechtvaardigheid is geen wraak, doodstraf wel. De doodstraf is een onvoorstelbare geestelijke marteling, zowel voor de betrokkene en als voor zijn familie. Mensen zijn mensen, het zijn geen wegwerpvoorwerpen.”

Wat zeg je tegen voorstanders van de doodstraf?
“Ik probeer ze niet te overtuigen. Ik wil ieders mening respecteren. Ik probeer hen te wijzen op enkele feiten die ze misschien niet kennen, vertel hen wat ik weet. Argumenten als "Het is veel duurder om ze te laten leven" ontkracht ik: de hele procedure die leidt naar de doodstraf is vele malen duurder dan een levenslange gevangenisstraf. Ook andere argumenten haal ik aan: gekleurde mensen hebben statistisch gezien veel meer kans op de doodstraf.”

Iedereen verdient een tweede kans

In maart 2005 kwam dan de langverwachte uitspraak van het hooggerechtshof. Wat voelden jullie toen?

"We wisten dat het zou komen, maar niet op welke dag. Natuurlijk waren we zeer gelukkig. Robert was opgelucht maar tegelijk verdrietig dat de uitspraak niet vroeger was gekomen. Voor velen vóór hem was het te laat, mensen bij wie een redelijke twijfel bestond over hun schuld. Tijdens die zes maanden had hij verschillende mensen zien vertrekken. Ze schuifelden langs de gang voorbij, met hun boeien aan, het hoofd gebogen.”

Denk je dat organisaties zoals Amnesty een verschil kunnen maken?

"Robert zou nog steeds op zijn dood wachten als Amnesty er niet was geweest. Ze hebben jaren gelobbyt bij het verbond van Amerikaanse Advocaten om de stemming in het voordeel van de afschaffing van de doodstraf te keren. De internationale druk heeft ongetwijfeld geholpen om tenminste de doodstraf voor minderjarigen af te schaffen. Als iedereen echt samen aan hetzelfde zeil trekt en eist dat de overheid stopt met het doden van haar eigen burgers, dan kunnen we de doodstraf echt naar de geschiedenis verwijzen.”

Voor Amnesty verdient iedereen een tweede kans, maar zeker kinderen. Minderjarigen onderkennen nog niet altijd de gevolgen van hun daden. De kans dat ze hun leven verbeteren is veel groter dan bij een volwassene. Ze mogen dan ook niet op dezelfde manier bestraft worden. Het Kinderrechtenverdrag verbiedt overigens elke wrede en onmenselijke straf voor minderjarigen. De doodstraf tegen minderjarige daders was dit jaar het centrale thema van de Schrijf-ze-VRIJdag van Amnesty Vlaanderen.